Over het leven na de dood
In een recente blog haalt Sirkar van Stolk Hazrat Inayat Khan aan die zegt dat we in het hiernamaals niet alleen onze geliefden tegen zullen komen – maar ook de mensen die we gehaat hebben. Daar zullen sommige mensen wel van schrikken; het lijkt een opvatting te zijn over wat ons te wachten staat, die nogal afwijkt van wat we vaak te horen krijgen. Die opvatting is het waard om eens verder over na te denken.
Religieuze autoriteiten hebben de wereld van oudsher twee keuzes gegeven. Als we goed geleefd hebben, gaan we naar een plek van licht en vrede, misschien wel met wolken en engelen die harp spelen. Maar als we onze kansen in de wereld verspild hebben, worden we naar een plek van eindeloze pijn en straf gestuurd. Er wordt ons vaak verteld dat we een vorm van rechtspraak kunnen verwachten bij ons overlijden waarin vastgesteld wordt wat voor ons de aangewezen plek is. In het oude Egypte, bijvoorbeeld, werd verondersteld dat de ziel voor een geestelijke rechtbank gebracht werd waar, in aanwezigheid van een keur aan goden, het hart van de overledene werd afgewogen tegen een veer; als het hart zwaarder was dan de veer, werd de ziel veroordeeld, maar als het lichter was, kon de ziel verzekerd zijn van eeuwigdurend geluk. Ons eigen hart is met andere woorden onze getuige en de consequenties van onze keuzes zijn onontkoombaar.
Wat Hazrat Inayat Khan beschrijft is beslist in overeenstemming met dit beeld; het enige verschil is dat hij meer dan twee kleuren gebruikt bij het schilderen van het hiernamaals. Als het fysieke lichaam verdwijnt, zegt hij, dan blijft de geest (mind) over, in de brede zin van “bewustzijn”. Omdat die niet wordt gehinderd door de dichtheid van de aarde, zal alles wat we zoal verzameld hebben, zoals herinneringen, houdingen en indrukken, duidelijk zichtbaar worden. De gedachten en meningen waarvan we dachten dat we ze goed verborgen hadden, komen in het volle licht te staan en iedereen zal leven in de wereld die hij of zij er zelf van gemaakt heeft. Zoals Hazrat Inayat Khan ons meegeeft: als we hebben geleerd om geluk te vinden voor onszelf en voor anderen, dan wacht ons geluk. Maar als we zaden van gif hebben gezaaid, dan zullen de vruchten daarvan ons deel zijn. Daarom is het heel begrijpelijk waarom we onze geliefden zullen zien, ze vormen namelijk een welkom deel van ons bewustzijn. Maar welkom of niet, hetzelfde geldt voor de mensen die negatieve gevoelens bij ons opriepen. Als we wrok koesteren tegen iemand, dan blijft die persoon aanwezig in onze gedachten en gevoel en die aanwezigheid wordt duidelijk zichtbaar in de andere wereld.
De les zou duidelijk moeten zijn: Het is niet voor niets dat zuivering een van de fundamentele principes van welk spiritueel pad dan ook is – de opruiming van wat er niet hoort te zijn. Als we de eeuwigheid niet willen doorbrengen met wat we onplezierig vinden, dan moeten we er nu aan werken om onaangenaamheden uit te bannen uit ons hart en onze geest (mind).
Vertaling Irene Lennings