Over de ronddraaiende aarde
De meeste mensen hechten veel waarde aan stabiliteit. We hebben onze dagelijkse routines, we zoeken een vaste baan, we hebben een plek nodig waar we elke avond thuiskomen, met onze eigen spulletjes om ons heen, waar we begroet worden door bekende gezichten, enzovoort. Zelfs als we naar een onbekende exotische vakantiebestemming vliegen hebben we onbewust toch verwachtingen: dat onze gezondheid ons niet al te zeer in de steek zal laten tijdens die vakantie en dat als we weer naar huis gaan er een vliegtuig klaarstaat op het platform om ons mee te nemen. We houden ook vast aan bepaalde dagen in het jaar, zoals verjaardagen, allerlei andere herdenkingsdagen en religieuze feesten, die de tijd een regelmatig en betrouwbaar ritme geven. Stabiliteit en voorspelbaarheid lijken ons ideaal te zijn.
Vanuit een ruimer standpunt bekeken, is de jacht op continuïteit echter een volkomen illusie, een droom waaraan we vasthouden terwijl we slapen. Als het tijd is om te slapen, dan moeten we zo comfortabel mogelijk doorslapen, maar als we wakker gaan worden, dan moeten we onze ogen openen voor het licht van de werkelijkheid. In de Boulas van de Nirtan, doet Hazrat Inayat Khan deze observatie: Wandelend op het draaiende wiel van de aarde, levend onder de altijd doordraaiende zon, verwacht de mens een vredig leven. Op vergelijkbare wijze spoort de korte tekst van de Tibetaanse Boeddhist Jamgon Kongtrui over onbestendigheid de meditatief ingestelde student aan om te erkennen dat niets in dit leven, ook het leven zelf niet, zeker is. Deze waarschuwingen van wijze mensen tonen ons twee dingen. Het ene is dat we erop voorbereid moeten zijn om de wereld op een andere manier te zien als we het sprirituele pad bereizen, omdat achter de sluier van continuïteit alles in voortdurende beweging is. Onze denkbeelden en dogmas zijn nutteloos; ze belemmeren alleen ons uitzicht. Het andere punt is dat we onze kans niet voorbij moeten laten gaan: als we eenmaal begonnen zijn met de reis, moeten we niet langer op de drempel blijven hangen of omkijken bij het verdergaan. Als we denken dat we later tijd genoeg hebben – als we een of ander project hebben afgerond, of misschien als we met pensioen gaan – om werk te maken van spiritualiteit, om die lastige vragen over de doel van het leven en de aard van de waarheid tot op de bodem uit te zoeken, dan moeten we daar nog maar eens goed over nadenken. Zelfs onze volgende ademtocht is niet gegarandeerd.
Vertaling Irene Lennings