Er is geen gesproken Nederlandse versie van deze podcast, maar hier is de vertaling te lezen.
Hoe volmaakt te worden
Onlangs had een groep vrienden een gesprek over volmaaktheid, en verscheidenen herinnerden zich dat ze als jonge kinderen in de kerk de raad van Jezus hadden geleerd: “Weest volmaakt zoals uw Vader in de hemel volmaakt is.” Het was een advies dat zij op de een of andere manier niet met zichzelf of met hun leven in verband hadden kunnen brengen, en toch herhaalt Hazrat Inayat Khan deze wijsheid een aantal keren. Als we goede leerlingen zouden zijn, zouden we ons kunnen afvragen wat volmaaktheid is, en hoe we volmaakt moeten worden.
Wanneer baby’s beginnen te lopen, denken ze niet na over perfectie – ze reageren gewoon op een woordeloze impuls die hen van de vloer duwt, en hen, wankelend en kraaiend van genot, door de kamer stuurt naar de wachtende armen van de moeder of de vader. De baby is niet bezorgd over hoe goed hij loopt. Maar naarmate de jaren verstrijken, worden opeenvolgende prestaties meer en meer overschaduwd door verwachtingen. Waarom heeft ons team niet meer wedstrijden gewonnen? Of waarom ben ik niet uitgenodigd voor het feest? Waarom heb ik het niet beter gedaan? Zoals een gesprekspartner het uitdrukte: als je 99 punten haalt op een examen, roept dat onvermijdelijk de pijnlijke vraag op, waar die andere 1 procent is gebleven. Met andere woorden, we ontdekken dat er zowel overwinning is als iets dat mislukking heet, en hoe goed we het ook doen, het leven heeft een manier om onze mislukkingen onder onze neus te wrijven, om ons te herinneren aan onze gebrekkige aard.
We proberen hiermee om te gaan door ons op de positieve kant te richten en de tekortkomingen te negeren, door “de barsten in het pleisterwerk te bedekken”, zoals een Engelse uitdrukking luidt, maar dit is nooit erg succesvol. In plaats daarvan blijven we achter met een chronisch ongemak, omdat we een inherent verlangen naar perfectie hebben, wat betekent dat als we het niet kunnen vinden, we niet tevreden kunnen zijn.
En of we het nu zo tegen onszelf zeggen of niet, onze reis op het spirituele pad is niets anders dan een zoektocht naar volmaaktheid. In het begin zoeken we ons doel in externe ervaringen – speciale mensen ontmoeten of speciale plaatsen bezoeken, of iets opmerkelijks bereiken. Maar wat buiten onszelf gebeurt, kan onze innerlijke honger niet stillen.
Dit is waar Hazrat Inayat Khan het over heeft in dit vers uit Gayan Ragas : “Ik zocht, maar ik kon U niet vinden; ik riep U luid, staande op de minaret; ik luidde de tempelklok met het opgaan en ondergaan van de zon; ik baadde tevergeefs in de Ganges; ik kwam teleurgesteld terug van de Ka’ba; ik zocht U op aarde; ik zocht U in de hemel, mijn Geliefde, maar eindelijk heb ik U gevonden, verborgen als een parel in de schelp van mijn hart.”
De volmaaktheid moet dus van binnenuit worden gevonden – maar omdat wij ons bewust zijn van onze beperkingen, lijkt dit onmogelijk. Hoe zouden we verder kunnen komen? Aan het slot van het gebed Saum vragen we God om “ons elk moment van ons leven dichter naar U toe te trekken, totdat in ons uw genade, uw glorie, uw wijsheid, uw vreugde en uw vrede weerspiegeld worden”.
Een sleutelwoord hier is ‘weerspiegeld’. Het betekent dat onze ‘volmaaktheid’ niet de onze hoeft te zijn – we hoeven geen recept uit te vinden voor goddelijke Vreugde, of goddelijke Wijsheid, want die zijn er gewoon, die wachten. We hoeven ze alleen maar te weerspiegelen, als een spiegel. En, zoals we weten, is het hart gemaakt om te weerspiegelen; als we ons hart richten op ons eigen ego, zal er een modderig, teleurstellend beeld in de spiegel te zien zijn, maar als we onszelf vergeten –de roest van de spiegel verwijderen, zoals Hazrat Inayat het noemt – en ons hart richten op het goddelijke Ideaal, dan zal ons eigen hart ons de volmaaktheid tonen waarnaar we ons hele leven hebben gezocht.
Vertaling Kariem Maas