Er is geen gesproken Nederlandse versie van deze podcast, maar hier is de vertaling te lezen.
Meningen en Waarheid
Mensen hebben vaak meningen geuit over religie, maar tegenwoordig lijkt het gebruikelijker om van onze meningen een religie te maken. Standpunten worden verdedigd met de felheid die ooit gereserveerd was voor het bewaken van heilige overtuigingen, en andere ideeën worden aangevallen alsof ze bijna duivels zijn.
Maar de waarheid is niet zo gemakkelijk vast te pinnen, en in geestelijke opzicht zijn feit en waarheid niet hetzelfde. Feiten hebben hun nut in de praktische wereld. Als ik iets wil maken, bijvoorbeeld een stoel, dan moeten de materialen opgemeten worden, en kan ik de afmetingen opschrijven als feiten. Maar als ik de Waarheid wil kennen die de hele schepping omvat, die de materialen en de stoelenmaker en de impuls tot scheppen heeft voortgebracht, dan is daar geen maat voor. Feiten, zouden we kunnen zeggen, zijn een beetje als de ontelbare lege schelpen die na een storm op een strand liggen: elk vertegenwoordigt een voorbij gegane levende waarheid, en zelfs een hele pot vol lege schelpen zal ons niet kunnen voeden.
Echte waarheid is niet definieerbaar volgens de termen van de buitenwereld, het is iets dat we kunnen ontdekken als we ons naar binnen keren. Het heeft geen zin om elders te zoeken, we moeten onszelf bestuderen om haar te vinden, en in het bijzonder moeten we het hart bestuderen – maar hoe?
In een lezing over Waarheid zei Hazrat Inayat Khan: “Is er inspanning nodig om de waarheid te realiseren? Ja… er is een werk dat men kan doen; het is als het werk van een boer, namelijk om het hart te cultiveren. Maar waar het misgaat is als de mens zijn hart cultiveert, is dat hij het zaad zelf wil zaaien in plaats van het zaaien van het zaad aan God over te laten.”
God toestaan het zaad te zaaien is een vorm van overgave, en dit zou ons kunnen doen denken aan de prachtige zin uit het gebed Khatoem: “Open ons hart, opdat wij Uw stem mogen horen, die voortdurend van binnenuit komt.” De goddelijke stem is nooit afwezig, maar vaak als we onze aandacht naar binnen richten, horen we alleen de echo’s van ons eigen verhaal, de schijnbaar oneindige persoonlijke monoloog waarin ontelbare claims en klachten worden gerepeteerd, in plaats van het gefluister en gedonder van volmaaktheid. We luisteren naar het gekletter en gerammel van onze lege opinieschalen, in plaats van de zee te laten spreken. Als we ons zouden oefenen in het loslaten van onze meningen, zouden we misschien eindelijk de betekenis inzien van de woorden uit de psalm: “Wees stil en weet dat ik God ben.”
Vertaling Kariem Maas