Overal begeleiding zoeken
In Gayan Boulas zegt Hazrat Inayat Khan: “Je hoeft niet op zoek te gaan naar een heilige of een meester: een wijs mens is voldoende om je op je pad te begeleiden.” Het is een raad die op elk moment in het leven van pas kan komen, maar vooral in de fase waarin de ziel zich voor het eerst onrustig begint te roeren en op zoek gaat naar iets voorbij de al te vertrouwde grenzen die haar gevangen houden. Op zo’n moment zijn de woorden van Pir-o-Moersjid geruststellend, want op onze reis door het leven komen we zelden iemand tegen die een meester of een heilige lijkt te zijn. Het blijkt veel gemakkelijker om mensen te vinden die doen alsof ze geweldig zijn, die hun heiligheid aan de man brengen of, erger nog, zich slecht of zelfs duivels gedragen.
Hier zijn verschillende verklaringen voor. De echt grote zielen blijven vaak liever ongezien. Ze zien geen nut in reclame maken voor zichzelf, en doen vaak alles wat ze kunnen om hun licht voor het publiek te verbergen. Hazrat Inayat Khan heeft gesproken over de Madzubs, de gerealiseerde wezens die soms doen alsof ze gek zijn zodat de wereld hen met rust laat. Een andere reden voor de schijnbare schaarste van verlichting is dat we de wereld waarnemen volgens ons eigen begrip. Zoals we in een spiegel onszelf zien, zo zien we in de wereld onze eigen opvatingen weerspiegeld. Daarom, als we meer kwaadaardigheid om ons heen vinden dan liefde, is het misschien omdat we niet met liefdevolle ogen kijken.
Maar, zou iemand kunnen zeggen, geldt dat ook voor het zoeken naar een wijs persoon? Hoe kan een dwaas, zonder wijsheid, ooit een wijs iemand vinden om hem te leiden? En het antwoord is dat de echt dwaze persoon inderdaad grote moeite zal hebben om hulp te vinden. Maar als we spirituele begeleiding zoeken, betekent dit dat we al wijs genoeg zijn om toe te geven dat we niet weten hoe we verder moeten. Om te leren moeten we onze onwetendheid toegeven. Erkennen dat we het niet weten opent een ruimte in ons die de Geest van Begeleiding liefdevol probeert te vullen; nederigheid opent de deur.
Een wijs mens is bereid om te buigen, terwijl de dwaze star is. En hoe stijfkoppiger iemand is, des te meer hij of zij struikelt over onderscheid, verschil en afscheiding – zo iemand struikelt zelfs over een eenvoudige potloodlijn die op de vloer is getekend. Daarom respecteert de soefi twee gezichtspunten, dat van zichzelf en dat van de ander. Een leraar ontmoeten is een grote zegen, maar dubbel gezegend is degene wiens houding hem in staat stelt de leraar in iedereen te herkennen. We kunnen ons de anekdote herinneren die Pir-o-Moersjid vertelde, over een ontmoeting met een derwisj die hem ‘Moersjid’ noemde en vervolgens iedereen op straat met dezelfde titel aansprak. Het is een inspirerend voorbeeld. De beste student is iemand die de wijsheid in zijn of haar hart vindt om aan de voeten te zitten van iedereen die in zijn leven komt.
Vertaling Kariem Maas