Dat wat ons te wachten staat
Iedereen heeft wel eens meegemaakt dat je midden in een gesprek plotseling stil valt, dat je als het ware van volle kracht naar nul gaat, terwijl je in verwarring zoekt naar wat je eigenlijk wilde zeggen. En wat te denken van het kwijtraken van dingen van vitaal belang zoals sleutels of een mobiele telefoon? Of ‘iets op een veilige plaats opbergen’ en dan prompt vergeten waar die veilige plaats is? Als we deze voorvallen herkennen, dan hebben we wellicht wat twijfels als we Hazrat Inayat Khan horen zeggen in het boek ‘De ziel vanwaar waarheen’: “Geen gedachte ooit geboren uit de geest, al is het maar voor een seconde, gaat verloren. “
Aan de andere kant, is het niet een veel voorkomende ervaring, waarschijnlijk universeel, dat we een overhoedse steek van spijt of schaamte kunnen voelen als we ons iets herinneren wat we tientallen jaren geleden hebben gedaan of gezegd? Het maakt niet uit hoe ver in het verleden, het kan lijken alsof de herinnering prikt als een speld op een zenuw hier in het heden. En als de herinnering ons midden in de nacht wakker schudt, kunnen we lang woelen en draaien voor we weer kunnen slapen. Op die momenten zouden we kunnen gaan denken dat Hazrat Inayat misschien gelijk heeft, en dat gedachten inderdaad blijven bestaan, ook al zijn we niet altijd in staat ze te beheersen.
Bovendien is de levensduur van een gedachte, zo wordt ons verteld, veel groter dan die van een menselijk wezen. Hazrat Inayat Khan zegt daarover in hetzelfde boek: “Het denken heeft zijn geboorte en dood zoals een levend wezen, maar het leven van het denken is onvergelijkbaar langer dan dat van enig levend wezen in een fysiek lichaam.”
Dit zou ons aan het denken moeten zetten; we zijn ons ervan bewust dat we ons in dit leven op aarde verantwoordelijk moeten gedragen, en als we slechte dingen doen, zullen er consequenties zijn. Maar hebben we nagedacht over de gevolgen van onze gedachten? “Zielen zouden bang worden als ze een glimp zouden opvangen van de verzameling gedachten die ze hebben gecreëerd, in de ban van hun steeds wisselende stemmingen,” zegt onze Meester.
Wanneer het fysieke lichaam wordt achtergelaten, zullen al onze gedachten nog steeds weerklinken, als een groot koor, en nog veel hoorbaarder wanneer het bewustzijn niet langer wordt gesmoord door de materiële deken van het lichaam. Hazrat Inayat Khan citeert hier de Profeet Mohammed, die zegt dat de wereld, die zo aantrekkelijk leek toen we erin waren, dan voor ons zal verschijnen als een afschuwelijke heks, waarvan we zouden willen weghollen.
Maar diezelfde duurzaamheid van gedachten kan ons ook helpen: elke harmonieuze gedachte, elke gedachte van liefde en schoonheid, zal ook blijven bestaan, en zal er zijn om ons welkom te heten. Zoek dus naar harmonie, en naar schoonheid, en als we oprecht liefhebben, dan kunnen we door het mededogen van het Enige Wezen hopen goed ontvangen te worden als we van deze wereld naar de volgende gaan.
Vertaling Kariem Maas