Het antwoord op elke vraag
Misschien herkennen we allemaal wel iets bekends in dit scenario. Twee mensen ontmoeten elkaar; de een begint over iets te klagen, de ander stelt een manier voor om het probleem op te lossen waarop de eerste de suggestie weg wuift en zegt: ‘Nee, je begrijpt het niet, dat zal niet werken.’
Misschien heeft de klager gelijk om de suggestie van tafel te vegen, misschien ook niet, maar het lijkt erop dat we heel vaak niet echt onze problemen willen oplossen; we willen gewoon dat mensen het met ons eens zijn dat we een heel moeilijk leven hebben. We horen het in het verhaal van Nasruddin, die wilde klagen over het slechte karakter van zijn ezel, maar er niet vanaf wilde.
Het doel van het soefipad is spirituele vrijheid. Hazrat Inayat Khan bedoelde niet de vrijheid om te doen wat we willen (wat misschien geen liberalisme maar ‘libertijnsheid’ is te noemen) maar eerder de vrijheid van alles wat de geest bindt. Daarom lijkt het duidelijk dat een oprechte zoeker een uitweg moet vinden uit de gehechtheid aan moeilijkheden waaraan die zo gewend is. Onszelf identificeren met onze beperkingen staat gelijk met zorgen dat de deur van onze gevangeniscel stevig op slot zit. Waaraan toegevoegd moet worden dat er pas echte vrijheid is als we àlle vormen van identificatie opgeven, zowel de positieve als de negatieve.
Het leven in de wereld bestaat uit een eindeloze reeks problemen – of met misschien een betere term: ‘vragen’. Wat te koken voor het avondeten? Waar moet ik de auto parkeren? Hoe betaal ik de rekeningen? Hoe houd je de kinderen gezond? En ga zo maar door. We houden ons bezig met tastbare, externe vragen, maar aan de basis van alle onzekerheden ligt een fundamentele, existentiële vraag die we zo zouden kunnen formuleren: wie ben ik en wat is mijn doel in het leven? Alle kleine vragen komen voort uit deze ene grote vraag, en als we die kunnen oplossen, dan zullen de kleinere dilemma’s niet verdwijnen, maar ze zullen worden gerelativeerd en veel beter hanteerbaar worden.
Heel dicht bij het begin van de Gayan, in de Alapas-sectie, vinden we: “God is het antwoord op elke vraag.” De zin komt niet met instructies hoe het antwoord toe te passen. Van veel vragen van het dagelijks leven is niet duidelijk wat ze te maken hebben met de goddelijke aanwezigheid – als we God beschouwen als een verre niet-deelnemer aan de schepping. Maar de wijzen hebben altijd geleerd dat God nooit ontdekt kan worden in een gebouw, hoe heilig ook, noch in een boek, hoe geïnspireerd ook, maar alleen in het menselijk hart. Dat is de eerste plaats waar we moeten zoeken naar Gods deelname aan ons leven. Daarom, als we met een vraag geconfronteerd worden, als we stil worden en de stem en het licht binnenin raadplegen, zullen we zeker geholpen worden. Iedereen die dit regelmatig beoefent, zal deze woorden van Gayan Boulas waarmaken: “Zij die in de aanwezigheid van God leven, kijken naar Hem voor leiding bij elke beweging die ze maken.”
Vertaling Kariem Maas