The rhythms of life (Dutch version)

De ritmes van het leven 

Er zijn bepaalde activiteiten waarbij het niet alleen belangrijk is wat we doen, maar ook hoe we het doen, dansen bijvoorbeeld. Als de choreografie de danser vraagt om de voeten van de godheid aan te raken in een groet, kan dezelfde beweging mechanisch worden gedaan, als een betekenisloos gebaar, of met aandacht, tederheid en respect. Alleen het tweede voorbeeld zal het publiek inspireren en afstemmen op wat volgt. 

Hetzelfde zien we in ons dagelijks leven: als we door een ruimte vol mensen willen lopen, kan diezelfde oversteek haastig gedaan worden, zonder rekening te houden met de aanwezigen, of rustiger aan, met bewustzijn van degenen die we passeren. In het eerste geval kan onze haast aanstoot geven en zelfs vriendschappen beschadigen, terwijl de rustigere doorgang geluk kan brengen en nieuwe vrienden opleveren. Daarom hebben de ritmes van het leven betekenis.

Hazrat Inayat Khan sprak in een aantal lezingen over de ritmes van het leven met behulp van de Sanskriet termen sattva, rajas en tamas, en liet zien hoe deze kunnen worden waargenomen, bijvoorbeeld in onze geest, en in onze ademhaling. Een verhaal van Sri Ramakrishna illustreert deze graden van activiteit heel goed. Het verhaal gaat dat iemand verdwaald is in een dichtbegroeid bos, op zoek naar zijn weg naar huis, wanneer hij gevangen wordt genomen door een bende van drie rovers. De rovers nemen hem alles af, binden hem vast aan een boom en beginnen dan onderling te discussiëren over wat ze met hem zullen doen. De ene rover zegt: “Laten we hem doden!” Maar de tweede rover zegt: “Nee, we hoeven hem niet te doden. We kunnen hem gewoon achterlaten aan de boom.” Na veel discussie besluiten ze dit te doen en de drie gaan het bos in, het arme slachtoffer hulpeloos achterlatend. Maar later komt de derde rover terug en maakt de persoon los en zegt: “Wees niet bang, ik zal je helpen.” Dan leidt hij de persoon door het dichte bos tot ze uiteindelijk bij de rand komen. “Nu,” zegt de rover, ”kun je beter zien. Blijf in die richting lopen en je zult je huis vinden.” De persoon bedankt de rover en zegt: “Maar je bent aardig voor me geweest, kom alsjeblieft met me mee.” “Nee,” zegt de derde rover, ”ik kan niet naar je huis gaan, ik kan je alleen de weg wijzen. Je moet alleen verder gaan.”

De eerste rover vertegenwoordigt de dichte, aardgebonden, destructieve energie van tamas. Er is geen evenwicht in tamas, en met niets om het tegen te houden versnelt het ongecontroleerd, totdat het hele mechanisme chaotisch uit elkaar vliegt en alles in zijn omgeving breekt. De tweede rover vertegenwoordigt rajas, een actieve energie die tot op zekere hoogte in evenwicht is. Omdat de energie tot op zekere hoogte beheerst is, is het rajasritme in staat om doelen te bereiken. De resultaten kunnen gemengd zijn – misschien goed, misschien slecht – maar het slechte zal niet zo destructief zijn als in het geval van tamas. De derde rover vertegenwoordigt sattva, de vredige energie die ons de weg naar huis wijst.

Het is heel nuttig om ons leven te bestuderen – onze gedachten, gevoelens en handelingen, maar ook die van de mensen met wie we omgaan en onze omgeving – om te zien of we kunnen herkennen welk ritme op een bepaald moment actief is. In elk geval moet het ritme van tamas, dat we kunnen voelen als lawaai en chaos maar ook als zwaarte, luiheid en traagheid, vermeden worden. Maar als we eenmaal door dit ritme ingehaald zijn, vereist het wilskracht om het te veranderen.

We kunnen ons echter afvragen, als het sattva ritme zo verheffend is, waarom het verhaal het dan opneemt in de roversbende? De aanwijzing zit in het laatste deel van het verhaal, waarin de sattva-figuur de persoon vertelt dat hij niet naar zijn huis kan gaan. Alle drie de ritmes bewegen en handelen in de wereld van manifestatie; het spirituele doel evenwel, het thuis waar we vandaan komen en waar we naar terug zullen keren, ligt verderop. Om deze reden kan de vrede die het sattvische ritme geeft ons naar de grens van ons dagelijks leven brengen, naar de plaats waar het rijk van meditatie begint, maar het kan niet verder gaan. Op dat punt is, om verder te gaan, het vergeten van het zelf nodig en de hulp van het Goddelijke. Dat is de betekenis van dit gezegde in Vadan Ragas, een vers dat alle frustraties en teleurstellingen beschrijft van een zoektocht waarin de Goddelijke Aanwezigheid zo ongrijpbaar lijkt, dat eindigt met deze regels:
Toen ik U begon te volgen,
Verwijderde U zich nog verder van mij. 
Toen ik U hardop riep in mijn nood,
Hoorde U de bittere roep van mijn ziel niet. 
Met gekruiste benen zat ik in stilte;
alleen toen hoorde ik Uw roep.

Vertaling Kariem Maas

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.