Een voorschrift voor oefeningen
De orthodox-christelijke heilige Theophan de kluizenaar (1815-1894) adviseerde om een gebedsregel aan te houden, een regime dat je jezelf oplegt. Enerzijds voorkomt het luiheid en anderzijds houdt het enthousiasme binnen de juiste proporties. Zonder vaste gebeden zouden we helemaal niet weten hoe we moeten bidden, schrijft hij. Begin dus met vaste gebeden; later kun je meegaan met gebeden die spontaan opkomen. Je hoeft niet veel gebeden te verrichten, omdat het moeilijk is lang het vuur van een gebed levend te houden. Een ochtend- en avondgebed acht hij voldoende, als ze met volle aandacht worden verricht. Daarnaast kun je dan een beetje van je vrije tijd besteden aan het doorlezen van afzonderlijke gebeden. “Bidden betekent niet dat we alleen maar gebeden opzeggen, maar dat we de inhoud ervan in onszelf opnemen, en ze uitspreken alsof ze uit onze geest en ons hart komen”, aldus de heilige Theophan.
Dat roept de vraag op of er op het soefipad ook zo’n voorschrift voor wazifa’s zou kunnen zijn.
Welbeschouwd is inderdaad veel van wat Theophan zei niet alleen van toepassing op het gebed, maar op vele vormen van spirituele beoefening, waaronder het herhalen van heilige woorden die goddelijke kwaliteiten benoemen – dat wat soefi’s kennen als ‘wazifa’. Hij adviseert bijvoorbeeld dat er niet veel gebeden nodig zijn; een paar, diep gevoelde en verinnerlijkte gebeden die gedurende de dag in gedachten door je heen gaan volstaan. Deze terughoudendheid kan helpen om de neiging te vermijden om een kast vol wazifa’s te verzamelen, zoals we soms tegenkomen, in de verkeerde veronderstelling dat dit ons op de een of andere manier spiritueler zal maken.
De woordenboekbetekenis van een woord kennen is niet hetzelfde als het ervaren ervan. We kunnen bijvoorbeeld zeggen dat een bepaald woord ‘liefde’ betekent, maar het kan ons alle tijd van de wereld kosten om dat werkelijk innerlijk te voelen. Zoals een Soefi ooit opmerkte is een wazifa een vorm van medicijn, en als we er veel nodig hebben, moet er wel veel mis zijn met ons. De volle pillenkast lijkt eerder ziekte te bevestigen dan de toestand van gezondheid die in feite onze natuurlijke toestand is.
Bovendien komen gebeden en goddelijke namen uit een heilige bron, en door bij één of twee te blijven, krijgen we de kans om ze als het ware tot hun wortel te herleiden. We zouden kunnen zeggen dat er vele bloemen in de tuin zijn, elk met hun bijzondere schoonheid, maar als we ons van de ene naar de andere haasten, zullen we moeite hebben de les te leren die elke bloem biedt. Een bloem groeit en opent zich in haar eigen ritme; denken dat we haar kennen door een snelle blik is voorbijgaan aan haar levende gesprek met de aarde en de hemel.
En dit brengt ons op een ander belangrijk punt: wat is het doel van onze oefening? We zouden iets kunnen zeggen als: “Wel, ik heb fouten en ik wil ze overwinnen en een beter mens worden.” Maar hoewel iedereen fouten heeft, komt dit gevaarlijk dicht bij de doodlopende weg van egocentrisme. Als we ons richten op “mijn fouten”, richten we ons op “mezelf”, en als we onze praktijk zo bekijken, lopen we het risico dat we de gevangenisdeur voor onszelf sluiten en de sleutel omdraaien. Theophan sprak over een gebedsregel voor hen die God willen behagen, en dit is een veel veiliger manier om onze oefeningen te benaderen. Natuurlijk vereist het dat we onze eenzaamheid opgeven en een relatie met de Volmaaktheid ontwikkelen. Voor veel mensen is dit moeilijk omdat het uiteindelijk leidt tot de weg van overgave. Velen houden liever hun illusie van ‘zelf’ in stand, hoe ongemakkelijk die ook is, dan deze te laten vallen en de liefdevolle omhelzing van de Ene te aanvaarden.
Als we God willen behagen, moeten we ook vormgeven aan ons ideaal, een vorm die zich in de loop der tijd zal ontwikkelen naarmate we onze beperkingen beginnen te laten vallen. Wat is de aard of de vorm van ons streven? Hoe hoog kunnen we reiken? Telkens als we onze ogen naar boven richten, zullen ze verder zien. Als we dit pad volgen, komen we uiteindelijk op de plaats die beschreven wordt in dit gezegde van Pir-o-Moersjid Inayat Khan: “Mijn hart is niet langer van mij, aangezien Gij het tot Uw woonplaats hebt gemaakt.”
Wanneer dat een realiteit wordt, is onze praktijk aangenaam voor God, want het is dan Hijzelf Die de fluit van het hart bespeelt.
Vertaling Kariem Maas