Over evolutie
Toen Hazrat Inayat Khan in 1926 voor een gehoor uit Chicago sprak over de ziel, was een van zijn eerste opmerkingen dat de ziel geen voortbrengsel is van materiële evolutie. Volgens soefi’s is dat wat ons levend maakt, het pure bewustzijn dat de voorbijgaande gevoelens, gedachten en emoties van ons bestaan waarneemt, niet het gevolg van een of andere willekeurige electro-chemische reactie. Het is een straal van de goddelijke zon die, gedurende enige tijd, aardse kleding aandoet en zich dan weer terugtrekt naar zijn bron.
Dat is geen ontkenning van de stoffelijke evolutie. Wijze mensen onderkennen dat het stoffelijke vehikel van het leven door de tijd heen steeds verfijnder is geworden, het is steeds ontvankelijker en expressiever geworden en meer geschikt gemaakt voor het goddelijke doel. Een plant bijvoorbeeld, is vitaler en ontvankelijker dan een steen; haar bloemen en vruchten vertellen een delicater verhaal dan de compacte rots. Een dier geeft nog meer ruimte voor bewustzijn dan een plant en een mens op z’n best is in staat om bewust te worden van het bewustzijn zelf terwijl zijn voeten stevig op de aarde blijven staan.
De wereld waarin we leven is zich steeds sterker gaan richten op het materiële bestaan; wat je voelt, de zintuiglijke gewaarwordingen, worden beschouwd als voldoende rechtvaardiging van elke actie. Maar dit houdt geen rekening met het echte doel van ons menselijk bestaan: het opnieuw verbinden van deze wereld met de bron. Er wordt gezegd dat toen God de wereld schiep, hij de bergen vroeg om deze last – het zoeken naar verbinding met de bron – te dragen, maar ze konden het gewicht niet aan. De hemelse engelen konden ook niet, wat de mensen wel kunnen. “Hemel en aarde kunnen mij niet bevatten”, zei de Goddelijke Aanwezigheid, “maar het hart van de mensen die oprecht in mij geloven kan dat wel.” Ieder leven kent zijn problemen en teleurstellingen, maar die doen er niet toe als we ons voordeel doen met dit zeldzame juweel dat ons wordt aangeboden. Het enige echte verlies in het leven is het verlies van deze mogelijkheid. In de Gayan staat:
Ieder ogenblik van het leven opent mogelijkheden, en de waarde daarvan te kennen is de belangrijkste mogelijkheid.
En over hetzelfde thema zei Mevlana Jelaluddin Rumi:
Jij bent kostbaarder dan hemel en aarde beide;
Je kent je eigen waarde niet.
Verkoop jezelf niet goedkoop,
Terwijl je zo kostbaar bent in de ogen van God.
Een leerling op het spirituele pad zou hier over kunnen nadenken en zich afvragen: “Wat betekent dat: jezelf verkopen? Aan wie heb ik mezelf verkocht en wat heb ik verkocht? Is het mogelijk om het contract te annuleren?”
Alles wat we voor elkaar krijgen heeft zijn prijs. Hazrat Inayat Khan, die wist dat zijn leerlingen in een zeer materiële en zakelijke wereld leefden, adviseerde hen om er op deze manier over na te denken: voor sommige dingen moet je van te voren betalen, en voor andere dingen hoeven we pas na levering te betalen en voor nog weer andere dingen pas als de rekening komt. Vergis je niet: niets is gratis, alles heeft z’n prijs. Zelfs “gratis lucht” is niet gratis, want we ademen haar in met een fysiek lichaam, en daarom zien we de onvermijdeljke last van de dood tegemoet als het lichaam ophoudt te functioneren.
Wat maakt een menselijk wezen zo kostbaar? Niet simpelweg dat we vorm hebben gekregen door de Schepper, want alles in de hemel en op aarde is het werk van Zijn hand. Rumi zegt in de Mevlana dat de mens speciaal is, nog kostbaarder.
Het licht van de Volmaaktheid is alomtegenwoordig, aldoordringend, en toch kan het hart van de gelovige dat licht bevatten. Deze gave ontstaat echter niet automatisch, we moeten het ons tot doel willen maken en er alles voor opgeven. Als we ons leven gebruiken om iets beperkts na te streven, zoiets als materiële rijkdom, of beroemdheid, dan kunnen we dat bereiken, maar wat kost dat wel niet? De kansen in het leven worden gebruikt om iets na te jagen dat in een oogwenk weer van ons afgegrist kan worden. Als we als doel de Oneindige voor ogen hebben, kost dat hetzelfde – we moeten onze tijd en gedachten opofferen, en uiteindelijk onszelf opofferen in de navolging van de Ene – maar de beloning is er een die nooit weggenomen kan worden.
Het spreekt vanzelf dat het pad van ieder mens weer anders is. We hebben allerlei verantwoordelijkheden te dragen en we kunnen de mensen die van ons afhankelijk zijn niet in de steek laten. Maar tegelijkertijd zouden we zorgvuldig moeten bekijken wat we najagen en zoveel als mogelijk alles laten schieten wat alleen maar het ego streelt.
Metaforen kunnen onbetrouwbaar zijn als we ze te letterlijk nemen, maar een manier om een contract te annuleren is om simpelweg te weigeren de levering te aanvaarden.
Vertaling Kariem Maas