Over zuivering en waarheid
Toen de Zen-patriarch Bodhidharma werd gevraagd wat de beste methode is om verlichting te bereiken, zei hij dat het aanschouwen van de geest de beste was, want die omvat alle andere methoden. Dit, legde hij uit, is omdat de geest de bron is van al onze ervaringen, en als we de ware aard van de geest begrijpen, hebben we alles begrepen.
Bodhidharma zei verder dat wie diep in de geest duikt, beseft dat er voortdurend zuivere en onzuivere gedachten opkomen, en wie in staat is onaangetast te blijven door de onzuivere gedachten is een wijze. Zo iemand geniet van goede daden, overstijgt het lijden en ervaart de gelukzaligheid van het nirwana. Aan de andere kant is degene die deel heeft aan onzuiverheid ‘sterfelijk’, dat wil zeggen onderworpen aan de eindeloze kringloop van illusie, lijden, verval en dood.
De nadruk op zuiverheid zou bekend moeten zijn. Het pad van het soefisme, dat in alle opzichten overeenkomt met Bodhidharma’s uitleg, hoewel we misschien andere terminologie lijken te gebruiken, begint met zuivering. De discipline van concentratie, contemplatie en meditatie heeft geen basis als de eerste oefening, die van zuivering, niet goed gegrond is. En de essentie van zuivering is niet een soort algemene ontsmetting of sterilisatie van onze innerlijke wereld, wat zowel onnatuurlijk als onmogelijk zou zijn. De sleutel tot zuivering ligt in het leren waar dingen thuishoren. Wat aanvaardbaar is in een stal kan ongeschikt zijn voor het hof van een koning, en, hoewel het oppervlakkig gezien paradoxaal lijkt, wat de wortels van fruitbomen in een boomgaard kan bevruchten is misschien niet welkom aan de tafel waar het fruit wordt geserveerd. Met andere woorden, onszelf zuiveren betekent dat we onszelf en onze omgeving zorgvuldig observeren en een plaats geven aan gedachten, gevoelens en handelingen die in harmonie is met de omstandigheden; onderwijl worden we als helder, stilstaand water transparant voor wat niet in harmonie is en kunnen het zonder enige betrokkenheid door ons heen laten gaan.
De echte beoefenaar van zuiverheid verspilt geen tijd en kostbare aandacht aan oordelen en bekritiseren. Hij veroordeelt noch de gedachte, noch zichzelf omdat hij getuige is geweest van de gedachte en trapt ook niet in de val om tegen een gedachte te zeggen op te houden. Er is een klein boeddhistisch verhaal dat dit illustreert. Een man dronk uit een beek en toen hij klaar was, begon hij tegen de beek te zeggen dat hij moest stoppen – maar de beek bleef natuurlijk stromen. Toen kwam er een monnik langs, zag wat er gebeurde en zei tegen de man: “Als je niet meer wilt drinken, loop dan gewoon weg.”
Zoals de zenpatriarch opmerkte, ontstaan er voortdurend onzuivere gedachten, dat wil zeggen gedachten die niet in overeenstemming zijn met onze natuur en onze omstandigheden. Weglopen van zulke gedachten is het begin van ware bevrijding. We zouden hier een verband kunnen vinden met de zin uit de Gayan Boulas: “Alle situaties in het leven zijn tests om het echte en het onechte aan het licht te brengen.” Leerlingen van het soefisme zouden ernaar kunnen streven dit toe te passen, door in elk moment naar te zoeken naar wat echt is. Misschien klinkt het als een onmogelijkheid, maar volgens de soefileringen wil de Werkelijkheid gekend worden, en als we een oprechte inspanning leveren om de Waarheid te zoeken, dan zal de Waarheid een grotere inspanning leveren om ons te zoeken.
Vertaling Kariem Maas