Over goede voornemens en hoop
Wanneer op de kalender een nieuw jaar begint, maken sommige mensen goede voornemens: affirmaties over iets positiefs dat zij in het komende jaar willen bereiken. Het is zeker gezond om de balans op te maken van je leven en na te denken over waar je heen wilt – het begin van iets nieuws is altijd een gepast moment geweest voor een dergelijke reflectie. Geen enkele scheepskapitein zou het anker lichten en uitvaren zonder eerst alle apparatuur aan boord te bekijken en vervolgens de navigatiekaarten, de weerberichten en het kompas te raadplegen.
Maar waar komt deze gewoonte van goede voornemens vandaan? Mogelijk denken weinig mensen daarover na, maar op het meest fundamentele niveau is het een echo van de belofte die, naar wordt gezegd, wij allen zouden hebben gedaan voordat de wereld begon. Ons wordt verteld dat God, voordat Hij de wereld schiep, tot alle verzamelde zielen sprak die ooit op aarde geboren zouden worden, en tot hen zei: “Ben ik niet jullie Heer?” En de grote schare antwoordde met één stem: “U bent het!”. Dat moment van de erkenning van de Waarheid kan worden begrepen als de oorsprong van alle geloof. Zoals Hazrat Inayat Khan ooit opmerkte, is het de aard van elke baby om te geloven; twijfel beschouwt Inayat Khan als een ziekt; twijfel is ons vreemd en wordt pas later deel van ons bestaan. Die trouw aan de Werkelijkheid klinkt nog steeds in ons door, bijvoorbeeld in ons respect voor eerlijkheid, en zelfs in onze meest nederige voornemens, zoals om trouw aan verjaardagen te denken of meer rekening te houden met onze familie en collega’s.
Het maken van een voornemen is altijd een persoonlijke zaak, die onze eigen omstandigheden weerspiegelt. Het is vergelijkbaar met de stille, intieme communicatie die in ons hart kan ontstaan wanneer wij, schoongewassen door gebeden, zoals die van de Confraternity, of misschien door enkele dagen retraite, ons openen voor de Candle of Wish, de kaars waarbij je wensen kunt doen. Maar als we ideeën zoeken voor een goed voornemen, zouden we er goed aan doen de spreuk uit de Beker van Saki voor de laatste dag van het jaar in overweging te nemen. Een vriend wees er onlangs op dat de spreuk voor 31 december luidt: “Geluk zit in het denken of doen van wat we mooi vinden.”
Met andere woorden, schoonheid maakt gelukkig, en wat niet mooi is vermindert ons geluk. Dat is duidelijk en helder. Maar als we ons voornemen om te denken en te doen wat mooi is, betekent dit dat we al onze gedachten en handelingen zorgvuldig moeten afwegen. Zo veel van wat we doen en denken is niet meer dan een mechanische reactie, uitgevoerd zonder enig nadenken. Maar, zoals Hazrat Inayat Khan zegt, we staan voor een keuze in het leven: zijn we de machine, of de ingenieur die de machine stuurt – er is geen ander alternatief.
In schoonheid leven vereist dat elke impuls uit het hart komt. Misschien verwachten we te veel van onszelf als we hopen dat elke gedachte en handeling mooi is, maar de langste reis begint met één enkele stap: als we ons zouden kunnen voornemen om elke dag één mooie gedachte te hebben en één mooie handeling te verrichten, zou dat een houding van geluk scheppen die ons leven geleidelijk aan zou veranderen – en ook het leven van de mensen om ons heen zou verbeteren.
Vertaling Kariem Maas