Zijn wij afgodendienaren?
In een kort stukje over de goddelijke kunst van muziek gebruikt Hazrat Inayat Khan het woord idolatrie. Het is niet een term die hij erg vaak gebruikte, en misschien alleen daarom al is het de moeite van het onderzoeken waard. Is afgoderij iets waar we voor moeten waken? Misschien denken we van niet – maar misschien moeten we er nog eens goed onze gedachten over laten gaan.
De profeet Abraham, die geboren was als Abram, groeide op in de stad Ur, en volgens de overlevering had zijn vader een winkel waar hij afgodsbeelden maakte en verkocht. Op een dag moest zijn vader voor zaken weg en liet hij Abram achter om voor zijn zaak te zorgen. Het schijnt echter, dat Abram niet geschikt was voor het vak. Toen een man kwam om een afgodsbeeld te kopen, vroeg Abram hem hoe oud hij was. De man antwoordde dat hij vijftig was, waarop Abram zei: “Je bent al vijftig jaar, en je wilt een afgod aanbidden die gisteren gemaakt is?” De man ging beschaamd weg. Er zijn talloze verhalen van gelijke strekking over de jonge Abram – in al deze verhalen is hij op zoek naar dat wat voorbij de vorm is, onvergankelijk.
Hazrat Inayat Khan zegt dat in elke gedachte en elk woord een zekere afgoderij schuilt, en dat alleen geluid, dat vormloos is, goddelijk genoemd kan worden. De Meester hekelt niet de kunsten en wetenschappen, noch de genade die zich manifesteert in de schepping, verre van dat. Hijzelf waardeerde bijvoorbeeld de schoonheid van de poëzie zeer, maar zoals hij elders opmerkt, wanneer wij de vorm verwarren met de essentie, wanneer wij alleen het beeldje van klei zien en de Oneindige Goddelijkheid vergeten die het vertegenwoordigt, dan richten wij onze aandacht verkeerd. Dan lopen we het risico in afgoderij te vervallen.
In onze materialistische tijd is het heel gemakkelijk om bedwelmd te raken door de vorm en de Ene uit het oog te verliezen die zowel de Maker van de vorm is als de uiteindelijke Bezieler en Bewoner ervan. Als gevolg daarvan is het in deze tijd, nu we vooral met ons zelf bezig zijn, gebruikelijk om geen afgodsbeelden uit een winkel te kopen, maar afgodsbeelden van onszelf te maken. Dit is slechts een van de vele voorbeelden. De waterval van beelden op de sociale media getuigt van een enthousiaste verering van het uiterlijk zonder oog voor de Realiteit die erachter schuilgaat. Met filters kunnen we elk aspect van hoe we eruit zien veranderen, maar niet onze essentie, niet onze innerlijke realiteit. Waar geen software voor is, geen vooraf ingesteld filter – en dat kan er ook nooit zijn – is om het hart wakker te maken voor zijn werkelijke doel.
Als het hart bevroren is, is het alsof we in ons eigen graf liggen. Maar we zijn gemaakt om te leven. Hoe kunnen we uit dat graf opstaan? Dat kan alleen als we de ontelbare afgoden wegdoen die we rond en bovenop ons altaar, het hart, hebben opgestapeld. In de genadige ruimte die zo ontstaat, wordt al het stof dat achterblijft eenvoudigweg weggeschud door de vormloze, levende trilling van de Waarheid.
Vertaling Kariem Maas