Er is geen gesproken Nederlandse versie van deze podcast, maar hier is de vertaling te lezen.
De doornen van het leven
Een van de fundamentele gevolgen van het leven in de materiële wereld is dat we al onze ervaringen voortdurend beoordelen door middel van vergelijkingen. ‘Ik vind deze smaak lekkerder dan die.’ ‘Deze schoenen zitten strakker dan die.’ ‘Die persoon is aardiger dan deze.’ Enzovoort. En natuurlijk, als we eenmaal beginnen te vergelijken, omdat we de dingen graag vereenvoudigen als dat even kan, is het heel gemakkelijk om de kortste weg te kiezen en in tegenstellingen te oordelen, om alles naar de ene of de andere kant van het spectrum te duwen, om te zeggen dat alles aan deze kant goed is en alles aan die kant slecht. Er zijn mensen, dingen, ervaringen die ik leuk vind, en al het andere vind ik niet leuk. Er is licht en er is donker.
Maar hoe zit het met de onvermijdelijke grijstinten, de mengsels van zoet en bitter of van ruw en glad? Denk bijvoorbeeld aan de roos, het legendarische symbool van schoonheid dat zo vaak door dichters en kunstenaars wordt gevierd. Haar blozende, tedere bloemblaadjes en haar verleidelijke parfum fluisteren de mysteries van de liefde en zinspelen op de beloften van de hemel. Maar rozen hebben ook doornen die een onoplettende hand tot bloedens toe kunnen verwonden. Dus terwijl wij de roos graag aan het ene eind van onze weegschaal zouden plaatsen, lijken de doornen aan het andere eind thuis te horen.
De Gayan zegt hierover: “De tuinman gebruikt rozen in het bloembed en doornen bij het maken van de heg.” Vanuit een spiritueel standpunt kan niets buiten beschouwing worden gelaten; alle dingen hebben een doel. Men kan zeggen dat het uiteindelijke doel van de plant is om het zaad voort te brengen dat een nieuwe plant zal vormen, maar dat is geen reis van één enkele stap. Er moet een tere bloem zijn waaruit het zaad kan ontstaan; er moet een tak zijn die de bloem zal ondersteunen; de tak moet beschermd worden met harde doornen, enzovoort. En het is de wijze tuinman, of met andere woorden, degene die meester is over een situatie, die de harmonie vindt in alle aspecten.
We kunnen de les van de delen van de roos ook toepassen op ons begrip van God. In de volksmond gebruiken we het woord ‘goddelijk’ voor alles wat goed is: ‘Hoe was het concert?’ ‘O, goddelijk!’ En als we de muziek niet mooi vonden, gebruiken we een ander woord. Maar de Aanroep spreekt over “Het Enige Wezen,” en we horen in de Zikar deze bevestiging: “God alleen bestaat, niemand bestaat behalve Hij.” Dit zegt ons dat het goddelijke nooit afwezig is, en dat dus alles wat op onze weg komt, de delen waarvan wij genieten en de delen die pijnlijk zijn, hun plaats hebben in de goddelijke harmonie.
Als we alleen naar de doornen kijken, of alleen naar de roos, zullen we het ontwerp van de tuinman missen. Het belang respecteren van zowel het moeilijke als het zoete is een mooie manier om voorbij onze eigen kleine, egocentrische veronderstellingen te groeien. En per slot van rekening is dat soms het echte doel van de doornen van het leven.
Vertaling Kariem Maas