Er is geen gesproken Nederlandse versie van deze podcast, maar hier is de vertaling te lezen.
O Vredestichter!
De wereld in een zeer ernstige oorlog terecht gekomen. Het is alarmerend, en we voelen zeker medeleven met al diegenen die lijden in dit conflict, met de zinloos uit elkaar gescheurde levens en gezinnen. Wij wijden oprechte gedachten en gebeden aan hun verlichting.
Als leerlingen van het innerlijk leven willen wij misschien ook denken aan het verhaal over Ali, de schoonzoon van de profeet Mohammed. Er wordt gezegd dat Ali eens in een zwaardgevecht was met een tegenstander. De vijand was gevallen, en Ali had zijn zwaard opgeheven om een einde aan zijn leven te maken, toen de man uitdagend naar hem spuugde. Daarop stapte Ali achteruit en stak zijn zwaard weg. De man op de grond was verbaasd en zei: “Wat doe je? Je was van plan mij te doden!”
“Ja,” antwoordde Ali, “dat was ik van plan. Maar ik zal je niet uit woede doden.”
Als we dit verhaal tegen het zonlicht van het verstand houden, vinden we er vele sprankjes wijsheid in. Het kan ons bijvoorbeeld doen denken aan de raad van de soefi’s om in de wereld te leven maar niet van de wereld te zijn. Er zijn mensen die zich terugtrekken – of dat willen doen – in het bos of de afgelegen wildernis van de bergen op zoek naar spirituele waarheid, maar het is niet nodig je af te scheiden van het dagelijks leven om spiritueel te zijn. De goddelijke waarheid is alles doordringend, en is daarom op de markt aanwezig, net als in de openluchttempel van de natuur. Het is inderdaad een grotere prestatie om ons bewust te zijn van het Ene terwijl we omgaan met het lawaai en de chaos van het stadsleven, en het kan een grotere dienst zijn aan onze medemensen als we onze vrede kunnen bewaren terwijl we tussen hen wandelen. De samenleving waarin de Profeet zijn boodschap gaf was oorlogszuchtig, en om te overleven was het soms nodig te vechten. Velen hebben hier kritiek op, omdat zij denken dat onze huidige wereld anders is, meer ‘beschaafd’, maar dat is niet zo. Het enige verschil zit in de schaal van de strijd.
Maar Ali’s weigering om in woede te doden toont ons waar de eerste strijd moet worden gestreden. Het leven zal ons altijd voor conflicten stellen, maar als wij ons laten meeslepen door uiterlijke strijd en onze innerlijke toestand verwaarlozen, dan zal zelfs een uiterlijke overwinning een verlies zijn; het eerste gevecht moet met onszelf zijn. Ali weigerde zijn geest te laten vertroebelen door woede. Hebben wij, terwijl wij onze dagelijkse bezigheden doen, hopelijk zonder een getrokken zwaard in onze hand, de kracht en de overtuiging om onze geest te bewaken? Het is niet gemakkelijk! In Vadan Boulas lezen we: “Vrede stichten is veel moeilijker dan oorlog voeren.”
Er is maar Eén Wezen, en de pijn van één persoon is het lijden van allen. Dit betekent ook dat een innerlijke overwinning voor één persoon een geschenk is voor de hele wereld. Op momenten van crisis is het vanzelfsprekend om voor vrede te bidden, maar mechanische herhalingen zullen weinig bereiken. Wanneer onze gebeden om vrede onze eigen ziel raken, wanneer zij samensmelten met de oneindige zee van vrede van binnen, dan moeten zij overal voelbaar zijn. Misschien is dat de innerlijke betekenis van het gezegde in Gayan Alapas: “O vredesstichter, voordat u probeert vrede te stichten in de wereld, sticht dan eerst vrede in uzelf!”
Vertaling Kariem Maas