Vijf wensen (deel 5)
We hebben gekeken naar de afsluiting van het gebed Khatoem. De naam van het gebed betekent ‘voltooiing’, dus we konden verwachten dat er hier een passende samenvatting van de drie hoofdgebeden zou zijn, net zoals het einde van een muziekstuk alles samenvoegt wat eraan vooraf is gegaan. En zoals we konden verwachten, aangezien Pir-o-Moersjid Inayat een natuurlijke voorliefde leek te hebben voor het getal vijf, eindigt het gebed met vijf grote wensen of verzoeken: we vragen om Gods grote goedheid te ontvangen, om Gods liefdevolle vergeving te leren kennen, om boven alle onderscheid en verschil uit te mogen stijgen, om de vrede van de Goddelijke Geest te ontvangen, en in het laatste verzoek, dat in dit stuk aan de orde is, om allen verenigd te worden in ‘Uw Volmaakte Wezen’.
In eerdere beschouwingen hebben we opgemerkt dat het nut van welk gebed dan ook niet is om te dienen als een soort To-Do lijst voor God. (TER HERINNERING: Stuur vrede naar toegewijden op Aarde – ze blijven het vragen!) Gebed dient om ons af te stemmen op de onfeilbare stroom van Gods vrijgevigheid, harmonie, mededogen en liefde. Als we dit in gedachten houden, wat kunnen we dan leren van dit laatste verzoek? Waar worden we aan herinnerd? Wat moet er in ons hart blijven als de laatste woorden van het gebed zijn uitgesproken?
Ondanks al zijn verleidelijke, bedwelmende schoonheden stelt ons leven in de fysieke wereld ons teleur. Alle vormen zijn beperkt en vergankelijk; wat we willen bereiken vervaagt; wat we vasthouden verandert, zelden ten goede. Wat ons plezier geeft heeft een prijs, vaak meer dan de ervaring waard is. Met andere woorden, als we ons huis bouwen op de fundamenten van gevoel en materie, zetten we een bouwwerk op dat vroeg of laat in elkaar zal vallen.
Als we alleen een materieel bestaan hadden en onze natuur geen geest in zich had, zou deze onbetrouwbaarheid ons misschien niets uitmaken. Een berg lijkt er niet om te geven als hij door een aardbeving aan stukken wordt geschud of door een gletsjer tot stof wordt vermalen, maar wij mensen verlangen naar iets dat verder gaat dan het breekbare. Wij hebben allemaal iets duurzaams in ons en we zoeken tevergeefs naar iets in de buitenwereld dat dat kan vertegenwoordigen. Niet verwonderlijk dus dat onze harten bedekt raken door de schaduwen van wantrouwen en twijfel. We voelen ons gescheiden van anderen, en als we er goed over nadenken, merken we ook dat we in onszelf verdeeld zijn – door tegenstrijdige impulsen verschillende kanten opgetrokken. En toch, de spirituele waarheid is dat er maar Eén Wezen is, in Wie, op een manier die ons begrip te boven gaat, al deze tegenstellingen zijn opgelost.
Het woord ‘volmaakt’ komt van een wortel die ‘tot voltooiing uitgewerkt’ betekent. In de volmaaktheid ontbreekt niets; alles is tot zijn vervulling gebracht. En wanneer wij spreken over goddelijke volmaaktheid, betekent dit dat alles en iedereen een plaats heeft in die voltooiing – niemand van ons ontbreekt in de Ene, en in de Ene worden al onze conflicten opgelost. Wanneer wij dus bidden “verenig ons in U”, herinneren wij onszelf eraan dat iedereen, ook wijzelf, een plaats hebben in de Ene.
Maar het is niet genoeg God te vragen ons te verenigen – we zijn al verenigd in Hem. Wat nodig is, is dat wij hier en nu onze eenheid in de Ene aanvaarden. Dit gebeurt niet via het verstand, maar via het hart, wanneer we de wapens van ons ego neerleggen en ons overgeven aan de liefdevolle omhelzing. Voor sommigen komt dit snel, voor anderen kost het meer tijd, maar het is de enige manier om het doel te bereiken. En wanneer we ons inderdaad overgeven aan die Waarheid, dan zullen alle wensen in vervulling gaan, op aarde net zoals in de hemel.
Vertaling Kariem Maas