The Inner Call is happy to present this personal reflection by Halima Vissers.
What is so beautiful about sufism is that it teaches you so much about love. Often, we think we understand what is meant by it. Then you might think of a pop song, a romantic movie. Or your dog. But does that do justice to the concept of love?
In The Power of the Word (Part IV) in The Inner Call we read: If we wish to know the value of the word, Hazrat Inayat Khan tells us, we must first look within ourselves.
But we so quickly overlook the deeper side of life. Traits like kindness, sympathy, compassion, tolerance, they are all names for essentially one word: love. It sometimes seems as if we consider these qualities less important.
Inayat Khan pointed out to us a hundred years ago that we live an artificial life: “In this century of materialism, it seems as if we have lost the value of feeling. We speak of the heart, but we do not see its true importance (…).”
Faith and humanity: to what extent do they still play a role in our lives? They turn into empty notions that create a sense of discomfort, which is more due to the religious institutions and the people who run them than to the timeless, sacred writings.
Religion has been pushed to the edges of our existence. People cannot relate to it. And they don’t have to, as long as life runs like clockwork. Only, what to do when there is disagreement or when something rubs against us? Then we tend to hide away and run away, not daring to face our feelings. Only when the need really arises do we fall into ‘religi-shopping’ and ‘spiritual materialism’.
It is hopeful that people continue to search for answers; at the same time, it is sad. In every age, sages and prophets are sent who are excellently dedicated to bringing the Message. But it is not always embraced. People want to hold on to their own beliefs and bend things to their will.
Yet sometimes a person’s heart is touched without their knowledge. Eye to eye with nature showing its strength and beauty. Or at a moment of deep sorrow or excruciating pain. Then something in the person breaks open, giving love a chance. A feeling that swings and vibrates, that makes you realize: this is something different, something new. This feeling is something I want to experience more often – it brings me to my essence. The love spark is ignited.
Love is necessary for spiritual progress. Sufism as the religion of the heart can help us not only find but learn to understand the language of love. To feel it.
Once in touch with that divine spark of love, we also realize that faith needs support. How do we stay in touch with that spark? One way to do that is through prayer. In the prayer Saum, we ask ‘Pour upon us Thy Love and Thy Light.’ In the prayer Salat, we acknowledge that God’s love is in all beings. And in the prayer Khatum we ask ‘Teach us Thy loving forgiveness’, realizing the importance of adopting an attitude of humility and selflessness. The attitude of one who turns to God in prayer is that of a lover toward his lover.
A spiritual path is perhaps just unlearning all the human commandments and prohibitions, everything you have learned about believing, how to do it and how, who and what God is according to people. And then learning: what could you do for God? What could you do in small gestures, in paying attention to another human being, in being lovingly present. Then love becomes a creative force.
* * *
Wat zo mooi is aan het soefisme is dat het je zoveel leert over liefde. Vaak denken we wel te begrijpen wat ermee wordt bedoeld. Dan denk je misschien aan een popsong, een romantische film. Of aan je hond. Maar doen we het begrip liefde daarmee recht?
We lopen zo snel voorbij aan de diepere kant van het leven. Eigenschappen als vriendelijkheid, sympathie, compassie, verdraagzaamheid, het zijn allemaal namen voor in wezen één woord: liefde. Het lijkt soms wel alsof we deze eigenschappen minder belangrijk vinden.
Inayat Khan wees er ons honderd jaar geleden al op dat we een kunstmatig leven leiden: “In deze eeuw van materialisme schijnt het wel of wij de waarde van het gevoel verloren hebben. Wij spreken over het hart, maar wij zien zijn ware belang niet (…).”
Geloof en medemenselijkheid: in hoeverre spelen die nog een rol in ons leven? Ze veranderen in lege begrippen die een gevoel van ongemak geven, wat meer ligt aan de religieuze instituten en de mensen die deze besturen dan aan de tijdloze, heilige geschriften.
Religie is naar de randen van ons bestaan gedrukt. Mensen kunnen er niet mee uit de voeten. En dat hoeft ook niet, zolang het leven als vanzelf verloopt. Alleen wat te doen bij onenigheid of als het ergens schuurt? Dan neigen we naar wegstoppen en weglopen, we durven onze gevoelens niet onder ogen te zien. Alleen als de nood echt hoog wordt, vervallen we in ‘reli-shoppen’ en ‘spiritueel materialisme’.
Het stemt hoopvol dat mensen blijven zoeken naar antwoorden en erover willen praten, tegelijkertijd is het triest. In elke tijd worden er wijzen en profeten gestuurd die uitstekend zijn toegelegd op het brengen van de Boodschap. Maar die wordt niet altijd omarmd. Mensen willen vasthouden aan eigen overtuigingen en dingen naar hun hand zetten.
Toch wordt het hart van een mens soms geraakt zonder dat hij er erg in heeft. Oog in oog met de natuur die haar kracht en schoonheid toont. Of op een moment van diep verdriet of scherpe pijn. Dan breekt er iets in iemand open waardoor liefde een kans krijgt. Een gevoel dat schommelt en trilt waardoor je tot het besef komt: dit is iets anders, iets nieuws. Dit gevoel wil ik vaker ervaren – het brengt mij bij mijn essentie. De liefdesvonk wordt aangeblazen.
Liefde is nodig voor geestelijke vooruitgang. Soefisme als de religie van het hart kan ons helpen om de taal van de liefde niet alleen te vinden, maar ook te leren verstaan. Te voelen.
Eenmaal in contact gekomen met die goddelijke liefdesvonk beseffen we ook dat geloof steun nodig heeft. Hoe blijven we met die vonk in contact? Een manier om dat te doen is door te bidden. In het gebed Saum vragen we ‘Stort uw liefde en uw licht over ons uit’. In het gebed Salat erkennen we dat Gods liefde in alle wezens is. En in het gebed Khatoem vragen we ‘Leer ons Uw liefdevol vergeven’, beseffend hoe belangrijk het is om een houding aan te nemen van nederigheid en onbaatzuchtigheid. De houding van iemand die zich in gebed tot God richt, is die van een minnaar tegenover zijn beminde.
Een spiritueel pad is misschien juist ontleren van alle menselijke geboden en verboden, alles wat je geleerd hebt over geloven, hoe je dat moet doen en hoe, wie en wat God volgens mensen is. En dan leren: wat zou jij voor God kunnen betekenen? Wat kun jij in kleine gebaren, in aandacht geven voor een ander mens doen, in liefdevol aanwezig zijn. Dan wordt liefde een scheppende kracht.