De zoektocht naar perfectie
De volgende toespraak is gehouden door wijlen Amin Betancur tijdens een Eredienst op 7 juni 2019, aan het einde van de Pan-Latino Retreat in Medellin, Colombia. Het thema van de retreat was ‘Een persoon worden’. Het is het vermelden waard dat, zoals gebruikelijk in de Zuid-Amerikaanse retreats, de Universele Eredienst werd uitgevoerd met een levend altaar, wat betekent dat de kaarsen en de heilige geschriften niet op een tafel waren geplaatst, maar eerbiedig werden vastgehouden door deelnemers in witte gewaden.
Geliefden van God,
Velen van ons gebruiken als excuus aan anderen en aan onszelf, na een ongepaste, vaak onbeschofte actie, de toegeeflijke uitdrukking: “Dit komt omdat ik niet perfect ben.” Hoewel we weten dat we oprechte verontschuldigingen vanuit ons hart hadden kunnen geven voor onze woorden of daden. Het thema van de geschriften die we in deze dienst hebben gelezen toont ons dat we inderdaad het potentieel voor volmaaktheid in ons hebben – ware het niet dat we het na onze geboorte zijn vergeten, toen we bedwelmd raakten door de indrukken van de buitenwereld.
Laten we dus eens kijken naar wat de verschillende heilige Geschriften ons zojuist hebben geleerd over het streven naar volmaaktheid.
Het hindoeïstische Geschrift nodigt ons uit om eraan te werken om te zijn zoals een discipel die de volmaaktheid kent; dit pad leidt ons, beetje bij beetje, naar de ontdekking van onze goddelijke persoonlijkheid, en bevrijdt ons van de banden van het lot of van goederen, van tegenslag en ziekte. We moeten dus werken aan het terugtrekken van het bewustzijn uit de zintuigen om zo serene wijsheid te verkrijgen.
Het boeddhistische Geschrift erkent dat het moeilijk is om het Boeddhaschap te bereiken, maar het laten ons een uitdagend en troostend doel zien: ons onthouden van alle kwaad, het goede beoefenen en de geest zuiveren.
Het zoroastrische Geschrift herinnert ons eraan dat wijsheid haar plaats heeft in het hart van de bedachtzame persoon, en dat ze gevormd wordt door voortdurende oefening die nobele gedachten, nobele woorden en nobele daden voortbrengt.
Het joodse Geschrift laat zien dat de werken van God volmaakt zijn, net als zijn leer, die ons hart met vreugde en onze ogen met licht vult.
In het evangelie van het christelijke Geschrift vertelt Jezus ons dat we niet alleen onze vrienden maar ook onze vijanden moeten liefhebben, want God geeft zon en regen niet alleen aan goede maar ook aan slechte mensen. Hij vraagt ons daarom om volmaakt te zijn zoals onze Schepper, om hen die ons vervolgen lief te hebben en om voor hen te bidden.
De Islam herinnert ons eraan dat we de begeleiding van de Heer hebben en vraagt Hem om ons hart niet op een dwaalspoor te brengen. En het islamitisch Geschrift herinnert ons ook aan de mooie gelijkenis van de zaaier; het zaad heeft alle potentie om goede vruchten voort te brengen, maar het hangt af van het land waar het is gezaaid. De uitdaging is dan om het land van ons hart te ploegen, zodat het ontvangen goddelijke zaad ons in staat stelt om perfecte vruchten voort te brengen.
En tenslotte, als we de Gayan lezen, kunnen we de verschillende manieren beseffen waarop het valse ego zich vermomt om ons in onvolmaaktheid te houden, en we worden gewaarschuwd dat ‘de hele loop van het leven een reis is van onvolmaaktheid naar volmaaktheid’.
Beste zusters en broeders, als we hier binnenkomen, vinden we de zin van de Gayan geschreven in ons programma van deze week, die zegt: ‘De ontwikkeling van onze persoonlijkheid is het ware doel van het menselijk leven’. Elke avond voor de Zikar hebben we de zin ‘Dit is niet mijn lichaam, dit is de tempel van God’ herhaald, en we hebben vanuit ons hart gezongen ‘Niets bestaat dan God, alleen God is’. De gebeden staan ook vol met verzoeken aan onze Vader om ons te helpen in ons dagelijks werk om ons lichaam geleidelijk aan om te vormen tot Gods tempel.
Ja, het is mogelijk! En we moeten het goddelijke ideaal van het kweken van het zaad van God hooghouden om hier een nieuwe aarde en een nieuwe hemel te scheppen – Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Een paar dagen geleden hoorde ik pater Francisco de Roux, onvermoeibaar strijder voor de vrede in Colombia, en nu voorzitter van de Waarheidscommissie, een commissie die in het leven is geroepen om het gruwelverhaal van de laatste 60 jaar strijd in Colombia te schrijven. Hij zei: “Alle instellingen van een land staan ten dienste van de menselijke waardigheid, of ze zijn nutteloos.” Ik waag het zijn woorden hier aan ons over te brengen: ons leven moet in dienst staan van de menselijke waardigheid, van anderen en van onszelf, anders is het een verspild leven. En we kunnen de strijd voor de waardigheid uitbreiden tot het bestaan zelf. Een ontwikkelde persoonlijkheid zonder begrip van menselijke waardigheid is nauwelijks de schaduw van een persoonlijkheid.
Beste broeders en zusters: in een recent boek over het vredesproces in Colombia zeiden ze dat het bereiken van overeenkomsten te danken was aan de WIL van beide partijen om altijd naar dat einddoel toe te werken, ondanks alle kleine of grote obstakels die tijdens het proces zijn opgeworpen. Diezelfde WIL zouden we allemaal moeten hebben, in onze innerlijke strijd voor het ideaal om echte mensen te zijn. Dat we ondanks de alledaagse problemen, de valpartijen en de tegenslagen, gestaag ons kompas blijven richten op de ster die het schip van ons leven leidt, het heilige ideaal van het vervolmaken van onze persoonlijkheid.
Om terug te komen op de kwestie van de waardigheid, wil ik wijzen op de prachtige publicatie die ons werd gegeven voor onze retraite. Daarin vinden we manieren om ons leven met menselijke waardigheid in te bedden door middel van de kunst van de persoonlijkheid. Een filosoof uit Antioquia, die in zijn kindertijd leefde te midden van dezelfde bergen, majestueus en sereen, die ons tijdens deze prachtige retreat hebben begeleid, schreef over de deugden die de vorming van een samenleving in harmonie mogelijk maken: liefde, rechtvaardigheid, solidariteit, trouw, waarheidsgetrouwheid, vriendschap en dankbaarheid. Wat de liefde betreft, confronteert hij ons met deze uitspraak: “Tot nu toe is liefde niet uitgeprobeerd als een vorm van menselijk samenleven…” Waar hij in de tekst vraagt waarom de plicht van de liefde aan ons wordt opgelegd, antwoordt hij: “Wat ons wordt opgelegd is de plicht om met onze wil de voorwaarden te zoeken waarin liefde wordt geboren. Wil liefde geboren worden, dan moeten we in onszelf interesse wekken in de mensen om ons heen en in beminnelijke dingen. We moeten onszelf opvoeden tot liefde van onze naaste, net zoals we onszelf opvoeden om een schilderij te bewonderen, naar muziek te luisteren, mooie poëzie te waarderen. We moeten ook alles wat ons van de liefde scheidt van onszelf verwijderen.”
Ik was van plan om deze toespraak af te sluiten met het interessante gesprek dat we met Taham hadden tijdens een van de lunches in deze retreat, maar gelukkig was hij me gisteren voor, in de vragenronde met het panel, bij de zeer relevante vraag over het doel van het leven. Maar omdat een van de leermethoden van het soefipad is om meerdere malen te herhalen wat er is onderwezen, denk ik dat het veel meer goed dan kwaad doet om het weer in herinnering. Het advies is, wat de strategie is om de blokkades en barrières te overwinnen die in de loop van een marathon de mind– let wel, de mind, en niet de vermoeidheid of de spieren of een of andere fysieke factor! – begint te plaatsen in de geest van een marathonloper; de strategie is om in het harteen doel vast te houden dat niet kan worden verslagen door de mind.
Misschien kunnen we ons leven zien als zo’n marathon, waarin, om valkuilen te ontlopen – bijvoorbeeld het excuus dat ik niet perfect ben .. beperkt ben … een ongelukkig leven heb enz – we een Allerhoogst Ideaal smeden, met onderweg betekenisvolle doelen, die ons inspireren om te triomferen over de hindernissen die zich voordoen op ons pad van streven naar perfectie; met in de diepte van onze ziel het vrede-gevende gevoel van een waarheid die duurzaam is, vervuld van de grootste genade-gaven, de zekerheid van goddelijk gezelschap bij elke stap op de reis van ons leven.
Vertaling Kariem Maas