Dat is niet eerlijk!
De meeste kinderen – zo niet alle – hebben een scherp ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel. Ze reageren heftig op elke vorm van oneerlijkheid en hekelen luidkeels de sluwe schurk in een sprookje, of de hebzuchtige greep naar het laatste koekje door een broer of zus, of het vermeende despotisme van een ouder. Wanneer we opgroeien en onze blik op de wereld zich verruimt, zien we onrechtvaardigheid op een veel bredere schaal, in de samenleving, op het werk, bij de overheid en in internationale aangelegenheden. En net als de kinderen die we ooit waren, zetten we mentaal onze handen op onze heupen en roepen: “Dat is niet eerlijk!”.
Als we naar de oorsprong van het woord rechtvaardigheid kijken, zien we dat het een heel oud concept is dat door de eeuwen heen niet veel veranderd is. In de kern betekent het woord rechtvaardig ‘waar, juist, correct’ en zelfs ‘perfect, volledig’. Een secundaire betekenis die het beeld vaak ingewikkelder maakt, is het idee dat onrechtvaardigheid moet worden gecorrigeerd door rechtvaardigheid – niet louter teruggedraaid, maar bestraft om op de een of andere manier de balans van de weegschaal in handen van de geblinddoekte mythologische figuur Vrouwe Justitia te herstellen. En toch zien we bedriegers, tirannen en schurken van allerlei slag die ogenschijnlijk ontsnappen aan de gevolgen van hun daden. Het is dan ook niet verwonderlijk als mensen naar de wereld om hen heen kijken en zich afvragen: “Hoe kan God, zogenaamd de volmaaktheid van liefde, harmonie en schoonheid, zoveel oneerlijkheid toestaan?”
Deze houding veronderstelt natuurlijk dat we weten wat rechtvaardigheid werkelijk is – en zoals elke ouder zal bevestigen, beweren kinderen dat ze rechtvaardigheid kennen, maar zonder de redenen te herkennen achter de beslissingen die hun impulsen doorkruisen en hun leven beheersen. Ze bekijken het leven vanuit hun eigen gezichtspunt en kunnen de oneerlijkheid van hun ouders misschien jarenlang aanklagen, totdat ze op een dag zelf kinderen hebben en met soortgelijke situaties te maken krijgen. Daarom moeten we, als we naar de chaotische wereld om ons heen kijken en worstelen om Gods rechtvaardigheid erin te vinden, ons eigen beperkte begrip loslaten en proberen vanuit het gezichtspunt van de Schepper te kijken. In Gayan Boulas vinden we dit gezegde: “Voordat men de rechtvaardigheid van God kan kennen, moet men zelf rechtvaardig worden.” Alleen de meest beperkte persoon zou durven beweren rechtvaardig te zijn. Om rechtvaardig te worden moeten we steeds verder reiken dan een beperkt gezichtspunt, want dat is de betekenis achter de symboliek van de blinddoek, dat men beter kan zien wanneer men niet verblind is door een bepaald gezichtspunt.
Het is erg moeilijk om deze manier van zien te bereiken. Het is alleen mogelijk wanneer we ons op onze innerlijke reis eindelijk overgeven, onze aanspraken loslaten en het hele bewustzijnsveld overlaten aan het Goddelijke. Op dat moment zullen we in staat zijn om te getuigen van de waarheid van dit gezegde uit Vadan Chalas: “Hij die vecht voor gerechtigheid in de zaken van deze wereld, mag eeuwig vechten, want hij zal deze nooit vinden; gerechtigheid manifesteert zich alleen in het totaal van het hele leven.”
Vertaling Kariem Maas