O vredestichter
Als we zien dat iemand pijn lijdt of een kind dat in gevaar is, is het een menselijke impuls om op de een of andere manier te helpen. Die drang lijkt van het oog naar het lichaam te springen zonder dat er zelfs maar een gedachte aan wordt gewijd. Maar als we dan niets kunnen doen, voelen we verdriet, frustratie en vaak ook schuld, ook al liggen de middelen om de situatie te verlichten niet binnen ons bereik.
Op dit moment zijn er vreselijke conflicten in een aantal delen van de wereld en we kunnen in levendig detail de explosies, de verwoeste levens en het verdriet van de families volgen, verteld in vele versies, sommige vollediger en feitelijker en andere beperkter en partijdiger. Het is normaal dat we dan, van een afstand toekijkend en zonder duidelijke middelen om het vuur te doven, we ons afvragen wat we kunnen doen En als we een spiritueel pad proberen te volgen, kunnen we ons afvragen welke begeleiding dat pad ons biedt. Hoe behoort een spiritueel persoon te reageren?
Omdat het soefisme geen religie is, probeert het ook geen moraal aan de wereld te geven – religies hebben dat advies al gegeven, hoewel het zelden wordt opgevolgd door hun aanhangers. Soefisme geeft alleen raad aan het individu, want iedereen moet zijn eigen weg door het leven kiezen. Hazrat Inayat Khan zei: “Als een soefi iets zou moeten zeggen tegen een volgeling, dan is het dit: handel niet tegen je ideaal in, want dat zal nooit bevredigend voor je zijn; je zult niet tevreden zijn met jezelf, en deze disharmonie in je innerlijke en je uiterlijke zelf zal vrede verhinderen – de vrede waar je een leven lang naar verlangt, en zonder welke het leven ongelukkig wordt.”
De sluitsteen die de boog van deze leer omhoog houdt is het ideaal – als we handelen in overeenstemming met ons ideaal, vertelt Pir-o-Murshid ons, kunnen we geluk en vrede kennen, maar als we tegen ons ideaal ingaan, zal dat niet mogelijk zijn. Het klinkt eenvoudig en voor de hand liggend, maar in werkelijkheid hebben velen geen duidelijk gevormd ideaal, of hun ideaal is niet voldoende ontwikkeld om hen goed te leiden. Hazrat Inayat Khan benadrukte bijvoorbeeld vaak het belang van het Godsideaal, maar ongetwijfeld zullen beide partijen in het conflict tussen Israël en Palestina zeggen dat ze absoluut gehoorzaam zijn aan hun Godsideaal. Dat betekent niet dat het Godsideaal een zinloze fictie is – helemaal niet. Het betekent alleen dat het ideaal van de volmaaktheid van liefde, harmonie en schoonheid, van het Ene Wezen in wie we allemaal leden van één familie zijn, nog geen levende werkelijkheid is geworden.
In ons uiterlijke leven zal iedereen een eigen persoonlijke capaciteit hebben om te helpen, en ons ideaal zal ons leiden om te handelen – maar alleen als we ook ons innerlijke werk doen, om van het ideaal een heldere levende ster van leiding te maken. Het uiterlijke werk moet voortbouwen op het innerlijke werk, anders zal het geen bevredigend resultaat opleveren. Daarom adviseren de Gayan Alapas ons: “O vredestichter, voordat je probeert vrede te stichten in de wereld, sticht eerst vrede in jezelf!”
Vertaling Kariem Maas