Bezit hebben en bezit zijn
Als iemand ons zou vragen wat soefisme is, zou een aantal mogelijke antwoorden in je op kunnen komen. ‘Het pad van het hart’ of ‘de religie van het hart’ of ‘de zoektocht naar wijsheid’ zijn allemaal inspirerende suggesties. Elfhonderd jaar geleden zei een soefi die in Bagdad woonde dat het betekent ‘geen bezit hebben en van niemand en niks bezit zijn’. Dit klinkt formidabel ascetisch en we kunnen ons afvragen of het veel relevantie heeft voor onze huidige wereld.
Natuurlijk zijn we heel vertrouwd met het bezitten van dingen – het is een fundamenteel onderdeel van onze manier van leven. We kopen allerlei voorwerpen en de constante lawine van nieuwe producten en nieuwe versies van oude producten motiveert ons om nog meer toe te voegen aan onze dubieuze schatkamer. We bezitten zelfs zo’n enorme hoeveelheid spullen dat het weggooien van wat we weggooien een serieus milieuprobleem is – en dat probleem illustreert een fundamentele waarheid, namelijk dat bezit consequenties heeft. Als ik bijvoorbeeld een auto koop, moet ik ook nadenken over het vervangen van de banden, het aanschaffen van een verzekering, bescherming tegen diefstal, enzovoort. Als ik een huis koop, dan moet ik nadenken over water, licht, belastingen, meubels om het huis bruikbaar te maken, en nog veel meer. Hoewel rijkdom aantrekkelijk lijkt, moeten we, als we het leven nuchter bekijken, zien dat we onvermijdelijk de beheerder worden van alles wat we verwerven. Anders gezegd, wat we bezitten legt beslag op ons.
We willen vrij zijn. Veel mensen denken ook dat ze vrij zijn, hoewel ze zich daar vaak in vergissen. Het idee dat iemand of iets beslag op ons legt is voor ons weerzinwekkend. Toch is het twijfelachtig in hoeverre de meeste mensen in staat zouden zijn om al hun bezittingen weg te doen omwille van echte vrijheid.
En hoe zit het met wat minder tastbaar is? Hoe zit het met onze aannames en meningen? We hebben er een overvloed van en als de gewoonte om te oordelen eenmaal is ontstaan, heeft die de neiging om te groeien en steeds sterker te worden. We zien ze niet, maar nog méér dan aan onze goederen zijn we gehecht aan onze meningen en we vereenzelvigen ze nog sterker met onze identiteit. Onze meningen ‘bezitten’ ons net als onze bezittingen.
Er zijn twee manieren om ons te bevrijden van wat ons vasthoudt. De ene is de extreme discipline van een derwisj: weglopen van alles, genoeg hebben aan slechts een deken, en onze meningen en gewoonten stukslaan op de onwrikbare stenen van het leven. Maar slechts weinigen zullen deze weg volgen. De meesten van ons leven in de wereld en proberen niet van de wereld te zijn, dus we hebben een andere manier nodig om los te laten.
Die andere manier om onszelf te bevrijden van bezitten en bezeten worden klinkt misschien aantrekkelijker dan het leven van een derwisj, maar het is net zo moeilijk, of misschien wel moeilijker – het is het pad van de liefde. Als er iets is dat onze gehechtheden ongedaan kan maken, en de roest van de spiegel van ons hart kan oplossen, dan is het liefde. In Gayan Chalas vinden we dit gezegde: “Zoals water het reinigende en zuiverende element is in de fysieke wereld, zo vervult liefde dezelfde dienst op de hogere niveaus.”
Het is omwille van de liefde dat we onze aanspraken loslaten. Voor degene die waarlijk liefheeft, verliezen alle goederen van de wereld en alle meningen die de muren van ons ‘ik’ vormen hun belang. Het is een pijnlijke weg, want liefhebben betekent opofferen. Maar wanneer dat goddelijke vuur uiteindelijk alles heeft verteerd, ontdekken we dat we bevrijd zijn van het bezitten, en omdat we zelf ook verdwenen zijn, is er niets dat ons in bezit kan nemen.
Vertaling Kariem Maas