De brandende struik
Toen Mozes de brandende struik zag op de berg, moet het een struik met doornen zijn geweest die hij zag. Wat had het anders kunnen zijn? Een lelijke, verwrongen, meedogenloze struik met harde klauwen die iemands kleren scheuren en bloeddruppels op de huid achterlaten. Licht moet altijd een beproeving doorstaan.
Eén versie van het verhaal is dat Mozes iets zag schijnen op de berg, en tegen zijn familie zei dat hij vuur voor hen zou gaan halen; gloeiende sintels zouden waardevol zijn geweest voor die eenvoudige mensen in de woestijn. Maar toen hij de bron van het licht ontdekte, bleek het een struik te zijn die brandde maar niet werd verteerd. Vervolgens kwam er een stem uit de struik, en Mozes werd plotseling van een herder die de kudde van zijn schoonvader verzorgde, zoals elke andere man die in het familiebedrijf werkte, tot een profeet die door de Almachtige was gezonden om zijn volk naar gerechtigheid en vrijheid te leiden.
We kunnen ons afvragen waarom God ervoor koos om vanuit een struik te spreken. Met oneindige macht had Hij zijn dienaar ook kunnen toeroepen vanuit een dennenboom of een waterbron of een vogel of een schimmige grot. Misschien was de struik bedoeld om te laten zien dat voor het naderen van de Goddelijke Aanwezigheid het nodig is iets op te offeren. Als we iets willen verwerven, moeten we bereid zijn te geven – om het leven te winnen moet je sterven voor je doodgaat, zoals de soefi’s zeggen.
Het is ook waar dat een doornstruik die brandt maar niet wordt vernietigd een goed symbool is voor de eindeloze ontberingen van het leven. Er is geen leven zonder moeilijkheden, of men nu een bevrijde ziel is, een ontwakende profeet, een struikelende, tastende pasgeborene of iemand die diep slaapt in de omarming van de materiële wereld. Het enige verschil is in wat we hopen wanneer de doornen ons haken en vastklampen aan ons vlees. Voor de slapers, zij wier ogen gesloten zijn, blijft het licht dat uit het struikgewas schijnt ongezien – hun hoop is eenvoudig om over de moeilijkheden heen te komen, om van de nachtmerrie terug te keren naar aangename dromen en troost. Maar er is geen berg zo groot dat hij niet op een dag zal afbrokkelen, en als onze hoop op de aarde is gevestigd, zullen we zeker teleurgesteld worden. Of anders gezegd, de materiële doornstruik die ons molesteert wordt nooit door het vuur verteerd.
Voor hen die ernaar streven te ontwaken, begint de helderheid herkenbaar te worden, en dan is de hoop om van de ervaring te profiteren en nog verder te stijgen. Op deze manier dienen de pijn en het verdriet van het leven, net als de doornstruik, als omlijsting voor het geestelijke vuur dat onze weg verlicht. Ze leren ons onthechting. Het is niet zo dat een leerling op het spirituele pad pijn zoekt, helemaal niet – het leven geeft ons genoeg, het is niet nodig een extra steuntje in de rug te zoeken. Het is alleen dat de pijn ons eraan herinnert onderscheid te maken tussen wat betrouwbaar is en wat niet. In dit verband zijn deze twee spreuken van Gayan Boulas nuttig:
“Plezier blokkeert, maar pijn maakt de weg vrij voor inspiratie.”
“De pijn van het leven is de prijs die betaald wordt voor het verlevendigen van het hart.”
Vertaling Kariem Maas