Het noodzakelijke
Het lijkt erop dat onze wereld met de dag wanordelijker wordt. Mensen lijden onder stormen en overstromingen, droogtes, epidemieën, hongersnood, politieke onderdrukking, maatschappelijke onrust en oorlog. De lijst is gemakkelijk uit te breiden. Op rustige momenten zouden we kunnen veronderstellen dat er zoiets bestaat als een normaal leven, maar meestal kennen we normaliteit door haar afwezigheid. Geconfronteerd met zulke instabiliteit worden we gedwongen om na te denken over wat echt nodig is, net als derwisjen die het gesettelde leven verlaten op zoek naar de waarheid. Als we maar een paar uur per dag elektriciteit hebben, zijn we verplicht om prioriteiten te stellen bij het gebruik ervan. Als het drinkwater beperkt is, zullen we er zuinig mee omspringen. Als er geen eten is, hopen we dat er snel wat zal zijn. En terwijl we nadenken over het noodzakelijke, schiet ons misschien te binnen dat de ene vleugel van het soefi-embleem onafhankelijkheid vertegenwoordigt, en dat we de andere vleugel ontvouwen als we erin slagen onverschilligheid te ontwikkelen voor wat we niet kunnen veranderen.
Voor de Perzische soefi Mahmoud Shabestari uit de veertiende eeuw was het thema van wat noodzakelijk is erg belangrijk, maar voor hem had het een diepere en meer filosofische betekenis dan de eenvoudige levensbehoeften. Hij contrasteerde het noodzakelijke met het voorwaardelijke, dus met dat wat voor zijn toestand of zelfs zijn bestaan afhankelijk is van iets anders. Als we de moeilijkheden waarin we zitten willen gebruiken voor een spiritueel doel, kunnen we alles wat op dit moment lijkt te ontbreken vanuit dit gezichtspunt onderzoeken: is het voorwaardelijk? Is het afgeleid van iets anders en daarom van voorbijgaande aard? Of is het noodzakelijk? Het is duidelijk dat het voorwaardelijke onbetrouwbaar is, want het kan zonder waarschuwing veranderen. Het is alleen het noodzakelijke dat vertrouwen rechtvaardigt.
Als we dit met zorg bestuderen, ontdekken we dat alleen God noodzakelijk is, of beter gezegd in deze context Al Haqq, de Waarheid. Al het andere zal komen en gaan.
Iemand zou bezwaar kunnen maken en zeggen, hoe zit het dan met het kostbare geschenk van de Schepper, ons lichaam? Dat is toch zeker noodzakelijk? Maar het lichaam is slechts een middel om een doel te bereiken; het is nodig om ons te helpen een bepaald doel te bereiken, maar in de betekenis van de soefi’s is het voorwaardelijk, want het is samengesteld uit elementen die op een dag uiteen zullen vallen, vaak zonder waarschuwing. Voor wat het beoogde doel zou kunnen zijn, kunnen we een aanwijzing vinden in de oefening van de eeuwige Zikar, waarin we zeggen: “Dit is niet mijn lichaam, dit is de tempel van God.” Wanneer elke handeling, elke ademhaling een aanbidding is, vervullen we daarmee het doel, maar wanneer we de tempel verwarren met wat het Noodzakelijke object van onze aanbidding is, kunnen we er zeker van zijn dat we afgedwaald zijn. Aanbidden we de stenen van de kerk, de tempel of de moskee? Of aanbidden we het onzichtbare? In Vadan Boulas verwoordde Hazrat Inayat Khan het zo: “Uiterlijke dingen doen er weinig toe; het is innerlijke realisatie die noodzakelijk is.”
Vertaling Kariem Maas