Waarmee laad jij je op?
Het moment dat ik dit schrijf is net voor de zonnewende op 21 december, en daarna zullen we al snel het nieuwe jaar vieren. Allebei zijn het momenten die sterk doen denken aan de steeds veranderende cyclus van het leven. De hele natuur beweegt in ritmes en impulsen: de afwisseling van dag en nacht, het rijzen en dalen van de getijden, het draaien van de sterren, de cyclus van de seizoenen, en de geboorte en dood van alle wezens, van de langlevende machtige eik tot de kort levende mens die in meditatie onder de boom zit.
Van al deze complexe, met elkaar verweven cycli is de voor ons belangrijkste en meest verwaarloosde misschien wel die van onze eigen ademhaling. Veel mensen voelen momenteel de drang om terug te keren naar de natuur. Daarvoor hoeven we echter niet de wildernis in te trekken – we hoeven alleen maar te luisteren naar de eb en vloed van onze eigen ademhaling. In onze ademhaling kunnen we bijvoorbeeld de plaats vinden waar beperking en volmaaktheid elkaar ontmoeten, waar de Goddelijke wil vrijheid geeft aan de menselijke wil. Dat er een cyclus is van in- en uitademing is zo ingesteld door de Schepper, maar wanneer we ademhalen om bijvoorbeeld een lied te zingen, kunnen we onderkennen dat de Voorzienigheid een zekere speelruimte geeft voor onze persoonlijke wil.
Als we adem vanuit een mystiek standpunt bestuderen, zien we dat alles begint met samentrekking. De allereerste ademhaling van elke baby is een inademing, een naar binnen trekken. We halen naar binnen en concentreren er, wat we nodig hebben – het licht en het leven van de adem – als voorbereiding op de expansie van de uitademing. En expansie is het einde van elke ademhaling, omdat elk mens uitademt wanneer het leven het lichamelijk gestel verlaat.
Hoewel we er zelden bij stilstaan, begint het komende nieuwe jaar met één enkele ademhaling. Als we ons leven willen wijden aan een spiritueel ideaal, kunnen we ons afvragen wat we op dat moment naar binnen willen trekken. Waarmee willen we ons opladen voor de volgende cyclus, de cyclus waarvan we aan het begin staan? We zijn een punt in een oneindige zee van zijn – wat willen we uit al die uitgestrektheid naar ons toe trekken? Licht? Kracht? Schoonheid? Liefde? Leven? Of iets anders? En wat willen we verspreiden in de daaropvolgende uitademing?
Wie dit leest zou deze concentratie op de ademhaling kunnen aanhouden tot het nieuwe jaar begint, jezelf herinnerend aan wat je hoopt te ontvangen van het Oneindige op de inademing, en wat je hoopt aan te bieden op de uitademing.
Als we deze concentratie met genoeg aandacht opladen, kunnen we wellicht, als we het nieuwe jaar binnenstappen, in onszelf datgene ontdekken wat Hazrat Inayat Khan beschrijft in dit gezegde uit Vadan Alankaras:
Mijn oren gesloten voor het storende lawaai van de wereld,
Mijn ogen afgewend van al dat mij lokte op de Weg,
Mijn hart kloppend het ritme van mijn al maar stijgende verlangen,
En mijn stralende ziel als gids op het pad,
Baande ik mijn een weg door de ruimte.
Vertaling Kariem Maas
Prachtig