Waar je ook maar van houdt
Meer dan duizend jaar geleden zei een soefi met de naam Semnun bin Hamza: “Wat je ook maar liefhebt, daar zal je eindigen.” Net als andere eenvoudige uitspraken, ontdek je bij nadere bestudering dat deze veel dieper gaat dan we hadden verwacht.
Voor veel mensen is het een uitdaging om te zeggen waar ze van houden, omdat onze levens pastiches zijn, slechte imitaties, met doelen en overtuigingen en houdingen die uit veel verschillende richtingen komen: onze familie, onze gemeenschap, ons beroep, onze zintuiglijke ervaringen, ons geloof als we dat hebben, en dingen die we hebben gelezen of gezien in de razendsnelle blender van sociale media. Daarom is onze zoektocht naar waar we van houden, of met andere woorden naar datgene wat ons zou kunnen vervullen, vaak ongeorganiseerd; de wind waait uit het oosten en dan weer uit het westen, en ons bootje dobbert en dobbert de ene kant op en dan weer de andere zonder ooit een bepaalde kust te bereiken.
Als die onzekerheid onze toestand is, dan zullen we volgens de spreuk van Semnun, daarin eindigen. Als dit leven ten einde loopt, zullen we geen duidelijkheid hebben, geen oplossing – niets bijzonders zal op ons wachten, en alles waar we onze hand naar uitstrekken zal veranderen in iets anders. Dit is bij uitstek de definitie van teleurstelling. Om dit lot te voorkomen moeten we ons bij het horen van de woorden van Semnun afvragen: “Waar hou ik van? Waar hou ik ècht van?” En als er in eerste instantie geen antwoord komt, blijf dit dan vragen.
Sommigen hebben echter al wel een duidelijker idee van wat ze zoeken in het leven – misschien materiële rijkdom, of macht, of zintuiglijke bevrediging, of beroemdheid, of een zekere maatschappelijke positie. Zouden die mensen reden voor optimisme vinden in de verklaring van Semnun? Als ze een leven lang dromen van goud, moeten ze dan veronderstellen dat er aan het einde van hun leven goud op hen wacht? Maar wat dan nog, als dat zo is? Wat heb je aan een berg goud als je die niet kunt inruilen voor comfort, warmte en vriendschap? Deze wereldse verlangens passen bij wat beperkt is en vergankelijk; ze zijn niet lonend, er kan geen blijvend geluk uit voortkomen.
Een derde mogelijkheid is dat we een spiritueel ideaal hebben, of we het nu God of Licht of Liefde of Schoonheid of Waarheid noemen. Het kan zijn dat ons ideaal in het begin nog vormeloos is, hoewel sommigen, zelfs toen ze nog kind waren, een duidelijk, helder verlangen hebben dat hen leidt. Hoe dan ook, elke ervaring in het leven is een gelegenheid om het valse te verwerpen en het echte opnieuw te bevestigen. Zo wordt naarmate de tijd verstrijkt ons ideaal duidelijker en groeit onze liefde navenant. Wanneer het licht in ons hart helder genoeg wordt, wordt ons ideaal voor ons waarneembaar als een aanwezigheid, een werkelijkheid. In dat geval is dat het einde dat ons te wachten staat en dat is een bestemming waar we met geluk naar uit kunnen kijken.
Vertaling Kariem Maas