“Wat mankeert je?”
Het spirituele pad zou je kunnen omschrijven als een zwerftocht naar volmaaktheid. Wat de reis voor ons zo frustrerend moeilijk maakt, is dat we leven in de wereld van de dualiteit, waar niets is wat het lijkt, waar een stralend uiterlijk leegte verhult en valse hoop verkeert in teleurstelling – of, als we dan even een glimp van volmaaktheid opvangen, deze snel weer verdwijnt.
Om volmaaktheid te kennen, moeten wij bereid zijn alle vormen en begrippen van deze wereld achter ons te laten, en dat geldt ook voor alles wat wij denken te zijn. Wij weten dat de pelgrim de wereld achter zich moet laten, maar op een gegeven moment moet ook de pelgrim zelf worden achtergelaten.
We hebben allemaal goede kwaliteiten, en in onze eerlijke momenten zullen we ook toegeven dat we beperkingen hebben. Religie leert ons dat plaatje te verbeteren, om beter te worden, en het is gebruikelijk de reis te beginnen met het bestrijden van onze zwakheden en de verscheidenheid aan lessen en leringen beter te volgen. Dat is aardig voor de mensen om ons heen, en het is ook een goede training, want dit werk vergt discipline. Bovendien helpt het ons om wakker te worden voor een ideaal. Maar paradoxaal genoeg zal de zoeker vroeg of laat beseffen dat hoe verder we gaan, hoe duidelijker onze tekortkomingen worden, en dat geen enkele inspanning ooit genoeg kan zijn. Het is als het wereldse spel van solliciteren: hoe we ons CV ook herschrijven, om te proberen geschikt te lijken voor een bezoek aan de hemel, en met redactionele kunstgrepen onze voeten van klei te verbergen, we kunnen dat bezoek nooit winnen op grond van verdienste – het kan alleen worden toegekend door genade. Voor hen die het brandend verlangen hebben om de Ene te kennen, is geen carrièrepad voldoende en zijn geen referenties relevant. Zoals Shaikh Abul Hassan zei:
“De meesten van ons proberen van hier iets mee te nemen naar Daar,
en er is niets hier dat het verdient om Daar te zijn.”
Wat moeten we dan doen? Opgeven? Nooit. Als we een verlangen in ons hart hebben, is dat omdat er naar ons wordt verlangd. We moeten volharden, want Degene die ons geloof gaf is trouw. Zoals Abul Hassan zegt in een ander vers:
“Zit bij deze poort en roep, een jaar, twee, tien,
twintig of dertig jaar. Uiteindelijk zal je gevraagd worden,
‘Wat is er met je? Wat mankeert je?!’”
Vertaling Kariem Maas