Gekleurde flessen
In een poging om de waarheid uit te leggen die ten grondslag ligt aan de Universele Eredienst nam Murshid Hidayat soms zijn toevlucht tot het beeld van verschillende gekleurde glazen of flessen. “Als je helder water in glazen van allemaal verschillende kleur doet,” zei hij dan, “zal het in het blauwe glas blauw lijken, in het rode glas rood, enzovoort. Maar het is hetzelfde water.” Hieruit zouden we kunnen opmaken dat het religieuze streven van nature één is, hoewel het gekleurd is door verschillende vormen en tradities.
Het is een metafoor die eenvoudig en gemakkelijk te volgen is. Maar niet iedereen slaagt erin om met respect de flessen aan de kant te zetten en de heldere, leven ondersteunende vloeistof te drinken die uit de religieuze impuls opwelt zoals uit een goddelijke bron. Hazrat Inayat Khan genoot van de toewijding in welke vorm van aanbidding dan ook, en waardeerde het licht dat in elke traditie wordt uitgedrukt. Veel mensen voelen zich echter niet op hun plaats in religieuze diensten – soms staan zij vreemd tegenover onbekende vormen en soms zijn ze vervreemd van vormen waarvan ze het gevoel hebben, terecht of niet, dat ze die maar al te goed kennen. Echt gezegend is de persoon die het licht ziet van de Geest van Leiding die aanwezig is in alle namen en vormen.
De gekleurde flessen houden een les in, niet alleen wat betreft de eenheid in de Eredienst, maar ook wat betreft onze eigen persoonlijke innerlijke reis. Een mysticus probeert in aanraking te komen met de essentie, of we die nu ‘God’ noemen of ‘Waarheid’ of een andere naam geven. De Aanroep van de soefi’s begint met “Tot de Ene” en herinnert ons eraan dat er maar Eén Wezen is. Daar blijkt uit dat alle scheidslijnen en verschillen slechts kortstondige illusies zijn. Om de staat van eenheid te herkennen, moeten we vergeten waar wij aan gehecht zijn en waar we ons mee identificeren, zelfs ons eigen zelf, en ons bewustzijn laten terugkeren naar het oneindige, als een druppel die terugvalt in de Oceaan.
Als we gestaag en geduldig een blik werpen in ons hart en onze geest, stuiten we onvermijdelijk op ontelbare denkbeelden en structuren die om onze aandacht schreeuwen: gedachten, gevoelens, etiketten, indrukken, overtuigingen, herinneringen en veronderstellingen. Dit zijn de gekleurde glazen en flessen waarnaar in de metafoor wordt verwezen, elk met enkele druppels van het Oneindige erin verborgen. Alleen die druppels van leven en licht verlenen enige waarde aan de flessen. Maar we slaan acht op de kleur en vorm van de houders en besteden geen aandacht aan de inhoud. Het geeft misschien wat helderheid als we één zo’n vorm weggooien, en nog één, en dan nog een ander, maar dat is een oneindig werk, want de wereld van illusie – of maya zoals die in de Hindoeïstische filosofie genoemd wordt – combineert en recombineert en weerspiegelt in oneindige variaties, zoals de stukjes gekleurd glas in een caleidoscoop. Onze enige redding is om alle vormen volledig te vergeten in onze liefde voor de Ene. Onthoud dat liefde de almachtige uitdrukking is van één-zijn – we hebben lief omdat we één zijn met wat we liefhebben.
Daarom, als we inzien dat onze liefde voor de vormloze Ene ook de liefde is van de Ene voor ons, dan zijn we bevrijd van onze eigen gevangenschap en vrij om terug te vallen in de oneindige zee, wetend dat dit ons ware thuis is, waarvan we nooit zijn gescheiden.
Vertaling Kariem Maas