Mensen zijn Extremisten
In augustus 1926, na een les aan Cherags van de Universele Eredienst, werd Hazrat Inayat Khan de volgende vraag gesteld over een van de uitspraken van Jezus, zoals opgetekend in Mattheüs 10:34:
“Murshid, wat bedoelde Jezus Christus toen hij zei: Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar om het zwaard te brengen?”
Inayat Khan antwoordde:
Ja, net zoals er mensen zijn die oorlogsgek zijn, zo zijn er mensen die vredesgek zijn. En soms kunnen mensen die gek zijn op vrede de wereld meer verlammen dan mensen die gek zijn op oorlog de wereld kunnen vernietigen. Oorlogsgekken kunnen de wereld vernietigen; vredesgekken kunnen de wereld verlammen. De Meester kwam om de mensheid evenwicht te leren. Op een andere plaats zegt hij: “Gezegend zijn de vredestichters.” Hij onderwees de les van vrede. Tegelijkertijd leerde hij dat wanneer het zwaard nodig is, dat dan het hanteren van het zwaard noodzakelijk is.
Er is een Hindoeïstisch verhaal dat hier nog wat meer over zegt. Het betreft een leerling die onder de indruk was van de vriendelijkheid die zijn goeroe onderwees, met name zijn uitspraak dat God in alle vormen herkend moet worden. Op een dag kwam er een gekke olifant aan, en de leerling stond in alle eerbied met samengevouwen handen voor die gekke olifant. Mensen riepen: “Ga weg, ga opzij, er komt een gekke olifant aan!” Maar de leerling was zo onder de indruk van de leer dat je eerbied moet tonen dat hij daar in zijn religieuze houding bleef staan. De dolle olifant naderde razendsnel, tilde hem op met zijn slurf en gooide hem ver weg. Hij raakte gewond en ontsnapte maar net aan de dood. Ze brachten de leerling naar zijn goeroe en toen hij bijkwam, vroeg de goeroe: “Maar waarom ging je daar staan? Hoe kwam het dat je daar stond toen die gekke olifant eraan kwam?” Hij zei: “Goeroe, het was uw onderricht. U zei dat God in elke vorm is. Omdat ik dat onderkende, stond ik daar in eerbied.” De Leraar zei: “Heeft iemand je nog gewaarschuwd dat er een gekke olifant aankwam? Dat je daar weg moest gaan?” Hij zei: “Ja, er waren daar wel wat mensen.” De goeroe zei: “Hoorde je niet in hun stemmen het woord van God?”
Nog los van het al dan niet afzien van het zwaard – stel dat je jezelf fysiek, mentaal en spiritueel buitengewoon verfijnd hebt, en dat je middenin Parijs iets gaat kopen, bijvoorbeeld in de buurt van de Place de l’Opéra. Wat denk je, zul je niet na terugkomst zes maanden lang ziek zijn? Dat zal beslist het geval zijn, omdat de grove vibratie van de menigte buitengewoon moeilijk is te weerstaan. Daarom gingen mahatma’s, wijzen die zichzelf zo verfijnden, heel vaak de bergen in, de wildernis in, de woestijn in, het bos in. Want dan konden ze zichzelf in die verfijnde toestand houden, helemaal daar op afgestemd. Maar als je in de menigte moet leven, moet je gewapend zijn om op zijn minst bestand te zijn tegen de verscheurende invloeden waaraan je voortdurend wordt blootgesteld. En zoals dat geldt voor een individu, is het ook waar voor groepen van mensen.
Wat is oorlog en vrede? Het is hetzelfde. Als vijftig, honderd, duizend, miljoen mensen zich georganiseerd hebben en zeggen dat je je moet overgeven, wel, als je jezelf dan niet in een groep georganiseerd hebt, dan moet je je overgeven. Als een profeet zegt dat het gebruik van het zwaard verkeerd is, dan betekent dat dat hij de wereld niet kent. Hij kent de psychologie van mensen niet, want mensen zijn extremisten. Soms zijn mensen die aan oorlog denken oorlogsgek, ze denken dat we oorlog moeten voeren. Anderen die voor vrede zijn, zeggen, nee, tegen elke prijs moet er vrede zijn. Religie geeft daar geen uitsluiting over. Als religie er al iets over te zeggen heeft, dan zijn het deze twee dingen: zorg dat je ziel vreedzaam is, en houd het zwaard klaar om jezelf te verdedigen. Dit werd onderwezen door alle profeten – Mohammed, Jezus, zelfs Krishna. Het draait steeds om één ding: evenwicht.
Vertaling Kariem Maas