Licht en schaduw
“Onze gebeden vragen God om zijn goedheid. Maar is dat niet slechts de helft van het beeld? Er is ook slechtheid.”
Deze vraag wordt van tijd tot tijd, in verschillende vormen, gesteld in soefibijeenkomsten. Het heeft te maken met de wijdverbreide afwijzing van religie, vooral in het Westen. De gedachte is dat de nadruk op zoetheid en licht, en de belofte van de hemel die sommige religies geven, voorbijgaan aan de hardnekkige realiteit dat het leven een strijd is, vol lijden en onrechtvaardigheid, en een vroom leven lijkt niet veel verschil te maken voor wat ons wordt toegeworpen.
Het is waar dat zowel het licht als de schaduw van de wereld afkomstig zijn van de Schepper – waar zouden ze anders vandaan kunnen komen? Maar als we in onze gebeden God vragen om ons ‘Uw grote goedheid te geven’, wat zoeken we dan werkelijk?
Hoe verder we op het innerlijke pad gaan, des te duidelijker wordt het voor ons dat het comfort van de buitenwereld van voorbijgaande aard is, relatief en onbetrouwbaar. We denken misschien dat een kopje thee ‘goed’ is, maar als we een oneindige voorraad zouden krijgen, zouden we er gewoon in kunnen verdrinken. Wat het ene moment goed is, kan het andere moment iets anders zijn, en bovendien kost plezier meestal meer dan het waard is. Maar als we een glimp beginnen op te vangen van de Goddelijke Aanwezigheid achter de sluier van namen en vormen, dan komt er een verandering. Dat bewustzijn stopt de stijgende en dalende levensgolven niet, maar het geeft de zoeker er een andere ervaring van.
Als we gezegend zijn om een goede vriend of metgezel te hebben als we door het leven reizen, weten we misschien dat de vriendschap ons niet zal beschermen tegen moeilijkheden, maar de banden van genegenheid zullen helpen om de moeilijkheden draaglijker te maken. Op dezelfde manier, als we de aanwezigheid van de Goddelijke Vriend zijn gaan voelen, dan worden de ontberingen die iedereen op een of andere manier zal tegenkomen veel minder ontmoedigend.
Daarom betekent ‘goedheid’ voor het begrip van de soefi niet troost, gemak, vrijheid van pijn, enzovoort – het betekent de zegen van gezelschap met de Ene. En wanneer we de erin verborgen Perfectie vinden, komen we de hemel binnen hoewel we wandelen op aarde, met al haar doornige paden.
Vertaling Kariem Maas