Hoe groot is het vuur?
Op een dag kwam een leerling bij zijn leraar en zei, na een respectvolle groet:
Wordt niet onderwezen dat het heilige licht in alle namen en vormen aanwezig is?
Inderdaad, zei de leraar, dat is zo.
Waarom dan, zei de student, krijgen we regels die we moeten volgen? Sommige handelingen en manieren worden uitgesloten, andere aangemoedigd. Deze variatie aan disciplines wordt voorgeschreven om te onthullen wat er al is – waarom is dat zo?
Breng een kaars, zei de leraar tegen de leerling. Enkele ogenblikken later komt de student terug met een kleine, niet aangestoken kaars.
Hoewel de kaars niet is aangestoken, zei de leraar, zit er vuur in verborgen. Als dat vuur gewekt wordt door een andere vlam, zal de kaars branden. Is het niet?
Ja, zei de student.
Ook in hout zit vuur, zei de leraar. Als je hout opstapelt en er een vlam bij houdt, zal het vuur in het hout bevrijd worden. Is het niet?
Zeker, zei de student.
Nu dan, stel dat je veel hout opstapelt, het aansteekt en de wind steekt op. Wat zal er dan gebeuren?
Het vuur zal feller gaan branden, zei de leerling.
En als je de kaars aansteekt en de wind wakkert aan, wat zal er dan gebeuren?
De kaars zal worden uitgeblazen, zei de student.
Precies, zei de leraar. Als het vuur klein is, vergt het zorg en vaardigheid om het te laten groeien. Daarom zijn er op het pad oefeningen, om het licht te laten groeien tot het niet te doven is.
Vertaling Kariem Maas