De balk
Hazrat Inayat Khan sprak met diep gevoel over de noodzaak om de pijn te verzachten van een wereld die wreed verdeeld was door oorlog, onrecht en ongelijkheid. Vergeet niet dat hij en zijn familie in Engeland leefden tijdens de Eerste Wereldoorlog, een conflict waarin industrialisatie het geweld tot een onvoorstelbaar niveau versterkte. Tegelijkertijd werd het spreken over vrede – in Engeland – beschouwd als gevaarlijk dicht bij verraad. Nu er in de wereld op talloze plaatsen nog steeds afzichtelijk gevochten wordt en er overal ter wereld voortdurend schelle stemmen klinken om elkaars mening de grond in te boren, zou het een goed idee zijn om de raad van Moersjid nog eens onder de loep te nemen. We hoeven geen leerlingen te zijn om te luisteren naar begeleiding die werd uitgestort uit de goddelijke bron van mededogen; het is niet nodig om ingewijd te worden op het soefipad om de wijsheid te volgen van zorg voor onze medemensen.
In een van zijn lezingen over wat hij ‘het probleem van de huidige tijd’ noemde, zei Pir-o-Moersjid Inayat: “We hebben vandaag de dag de religie van tolerantie nodig… Als er iets te leren valt, dan is het tolerantie.” Om deze les toe te passen, zou het helpen om eraan te denken dat de betekenis van de woorden ‘religie’ en ‘tolerantie’ in het algemeen begrip is verschoven, waarbij ze hun positieve klank geheel of gedeeltelijk hebben verloren. Hoewel het woord religie tegenwoordig voor veel mensen iets vervaagds en verouderds betekent, een soort irrelevant ritueel, bedoelde Hazrat Inayat, toen hij over religie sprak, datgene wat als heilig wordt beschouwd, datgene wat centraal staat in iemands leven en betekenis geeft aan alles wat we doen. Zonder religie in deze zin, hebben we geen kompas om ons te leiden, geen bestemming om naar te streven.
Het woord tolerantie is ook gedevalueerd. In het huidige denken, als we zeggen, “Ik tolereer jouw standpunt”, dan draagt dat de wrange implicatie in zich dat er iets mis is met de manier waarop jij de dingen ziet; dat je moeilijk bent, maar dat ik je (vanwege mijn morele superioriteit) toch wel tolereer. Maar in het verleden, twee- of driehonderd jaar geleden, betekende tolerant zijn langzaam oordelen, kritiek opschorten. Het woord tolerantie is namelijk afgeleid van het oude woord voor balk of steun; in een huis houdt een dakbalk de constructie overeind en maakt hij ruimte voor al onze activiteiten. Hij geeft stabiliteit en blijft onwankelbaar bij weersveranderingen. We kunnen vertrouwen hebben in de balk als we rond de tafel zitten, praten en ons hart delen.
Daarom zou het beoefenen van de religie van tolerantie moeten betekenen dat we ons leven centreren rond het maken van ruimte voor anderen, ruimte geven aan hun standpunt, wetende dat we in de meest fundamentele zin één zijn. Het respecteren van een ander is ook het respecteren van ons eigen zelf.
Er wordt vaak gezegd dat een soefi twee gezichtspunten inneemt, het zijne of hare en dat van de ander. Voor sommige mensen klinkt dit alsof we het risico lopen onze eigen manier van kijken te verliezen. In werkelijkheid gebeurt dat nooit; we hebben altijd onze eigen manier om naar de wereld te kijken, maar als we tolerantie beoefenen en de blik van de ander niet beoordelen, wordt de balk van ons huis alleen maar groter en sterker en overspant en beschut het een ruimer en genadevoller huis.
Vertaling Kariem Maas