Het Licht van Christus
Nu we het einde van het jaar naderen en velen zich voorbereiden op de viering van de geboorte van het kindje Jezus, heeft de Internationale Soefi Beweging onlangs online , via zoom, een Universele Eredienst gehouden met als thema “Het Licht van Christus”. Hieronder vind je, in iets aangepaste vorm, de toespraak uit die dienst. De Engelstalige teksten van de gebruikte geschriften vind je hier: 2024128 Scriptures Christ Light sep pgsDownload
Geliefden van God,
In de tradities van alle religies is sprake van wonderen en ik denk dat het een wonder is dat we vanuit de hele wereld virtueel bij elkaar kunnen komen voor deze Eredienst. Ik waardeer de mensen die laat opblijven in Australië en de mensen die op het westelijk halfrond heel vroeg zijn opgestaan om aan de dienst deel te nemen. Na de dienst kunnen we naar elkaar zwaaien en dat familiegevoel is heel belangrijk. Dat is eigenlijk wat elke religie ons probeert te leren, dat we één familie zijn, dat we bij elkaar horen en dat we allemaal kinderen zijn van de ene Vader.
Het thema voor deze dienst betreft het Licht van Christus, en dat lijkt onze gedachten nadrukkelijk in de richting van de christelijke religie te sturen. Dat is ook niet verwonderlijk, want we naderen de viering van Kerstmis. Maar hoewel het woord Christus volledig wordt geassocieerd met Jezus – soms wordt het gebruikt als zijn titel, ‘de Christus’, en soms gewoon als deel van zijn naam, zoals mensen zeggen, ‘Jezus Christus’ – betekent het woord Christus ‘de gezalfde’. En er is een lange traditie van zalving, dat wil zeggen: op de een of andere manier olie op het lichaam aanbrengen, op het hoofd of de handen of de voeten of het voorhoofd. Het werd waarschijnlijk eerst gedaan voor de gezondheid, maar er was ook een traditie om je gasten te zalven. In het evangelie staat het verhaal over Jezus die gezalfd werd door Maria van Bethanië die speciale olie had meegenomen. In die traditie was dat een manier om een gast welkom te heten.
Maar zalving is ook iets dat een soort wijding markeert, dat wil zeggen: het heilig maken of erkennen van de heiligheid van een persoon. En in alle tradities zijn er heilige dragers van Licht geweest die de Goddelijke Boodschap kwamen brengen aan de mensheid, aan de familie.
Als we kijken naar de heilige geschriften in deze dienst, kunnen we dat heel duidelijk zien. Toen ik op een eerder moment deze geschriften las, werd ik eraan herinnerd dat je in veel huizen een tafel of een plank of een plek kunt vinden waar foto’s van het gezin staan, foto’s van de ouders, de grootouders, de kinderen, de kleinkinderen, als een soort altaar, een altaar voor de liefde van het gezin. En als we kijken naar de geschriften voor deze dienst, mogen we die opvatten als een heel mooi familiealtaar. Het gezicht van de Goddelijke Aanwezigheid toont zich op verschillende manieren.
Als we bijvoorbeeld naar het hindoegeschrift kijken, wordt er in dit geval geen menselijke profeet genoemd, en toch zegt het hindoegeschrift wat we moeten weten, namelijk: “Louter uit mededogen verdrijf ik, die in jullie harten woon, met de stralende lamp van wijsheid de duisternis die uit onwetendheid is geboren.” Dus wanneer we toegewijd zijn aan een goddelijk ideaal, zal dat licht in ons hart schijnen en zal het de onwetendheid en de duisternis verstrooien. Het kan ons doen denken aan het licht in de nacht toen de baby in de stal werd geboren.
In de boeddhistische traditie hebben we een prachtig geschrift, dat duidelijk maakt dat we geen onderscheid en verschil hoeven te maken. We hoeven geen ruzie te maken en te zeggen: is dit geloof het Ene of is dat geloof het Ene, is deze manier juist of is die manier juist? Het geschrift zegt: “Ga langs deze of gene weg – wanneer de wereld oplost (dat betekent wanneer dualiteit eindigt), dan wordt alles duidelijk.”
In het zoroastrische geschrift vangen we een glimp op van een profeet, Zarathustra, die geconfronteerd wordt met een zeer menselijke situatie. Aan de ene kant is hij een beperkt mens, aan de andere kant is hij een profeet die de Goddelijke Boodschap geeft. Hij zegt dus duidelijk: “Ik weet dat ik hulpeloos ben. Ik heb maar een kleine kudde en weinig volgelingen.” Hij bedoelt dat hij heel weinig vee heeft, hij is geen rijk man. Hij heeft niet veel volgelingen. Hij is gewoon een eenvoudig persoon die het werk van de Goddelijke Aanwezigheid probeert te doen. Maar, zegt hij, tot wie zal de goede geest komen voor inspiratie? Hij zegt: “Tot mij, want ik ben door u uitverkoren voor de vervulling ervan.” Met andere woorden, profeetschap is niet iets dat een persoon voor zichzelf verkondigt, het is iets dat de Goddelijke Aanwezigheid kiest, die zegt: “Nu, hier is je taak, ga en vervul die.” De Goddelijke Aanwezigheid kiest iemand die volledig trouw is aan de Goddelijke Wil, en daarom wordt de Goddelijke Boodschap trouw overgebracht.
In het joodse geschrift is de goddelijke liefde aan het woord. “Ik zal een eeuwig verbond met je sluiten, mijn trouwe liefde.” En als we bereid zijn erom te vragen, geeft die goddelijke liefde ons alles wat we wensen. Heb je honger? Kom, eet. Heb je dorst? Kom, drink. Je hoeft niet te betalen voor dit geschenk. Het wordt gegeven. Het wordt gegeven, omdat het Goddelijke ons méér wil geven als we honger hebben. We denken dat we verlangen naar de Goddelijke Aanwezigheid, dat we verlangen naar die liefde, maar de liefde verlangt nog meer naar ons.
In de christelijke geschriften zien we ook een glimp van die twee kanten, de menselijke en de goddelijke. Jezus is samen met een aantal discipelen, ze gaan de berg op, en er is een moment van stralend licht, dat alles compleet stralend is, en de discipelen zijn totaal verbijsterd. Ze vallen op de grond en verbergen hun gezicht, omdat het zien van deze Goddelijke Aanwezigheid meer is dan ze kunnen verdragen. En dan gaat er een moment voorbij en Jezus raakt hen aan en zegt: “Wees niet bang. Het is in orde.”
Ik denk dat we hieruit kunnen begrijpen dat het Licht van Christus iets is dat altijd in de mens geïntegreerd is. Het is niet iets dat er bovenop wordt gegoten. Het is niet zo dat er een mens is en dat er plotseling een enorme hoeveelheid licht en goddelijke nectar over die mens wordt uitgestort. Het is iets dat we in onszelf ontdekken, en dat de boodschappers in zichzelf ontdekken, met behulp, natuurlijk, van de goddelijke aanwezigheid.
In de geschriften van de Islam gaat het over een olijfboom “noch van het oosten noch van het westen” en de olie van die olijf gloeit bijna uit zichzelf, zelfs als hij niet door vuur is aangeraakt. Olie is de essentie. Je weet dat wanneer een plant groeit, een olijf of een van de vele andere planten met vruchten, dat als je het water van de vrucht wegneemt en je neemt de materie weg, het dichte, aardse deel van de vrucht, wat je dan overhoudt is de essentie. Je hebt olie en die olie, ja, kan ons voeden, maar die kan ook licht geven. Daarom hebben we de gewoonte om met olie te zalven, omdat het symbolisch is voor het ontvangen van de gave en de rustgevende streling van dat Goddelijke Leven dat ons in de eerste plaats tot bestaan heeft gebracht. “Verlicht door de olie van een gezegende olijfboom, noch uit het oosten, noch uit het westen, waarvan de olie bijna gloeit, zelfs als ze niet door vuur is aangeraakt.” En dan vervolgt de Koran met: “Licht op licht, God leidt naar zijn Licht wie hij wil en stelt voorbeelden voor de mensen, en God weet alles.” Niets is voor God verborgen. En als we ons helemaal aan God overgeven, is die kennis ook in ons. We vinden die in ons.
Tenslotte, in de Gayan, vinden we deze prachtige woorden van Hazrat Inayat Khan: “Het beeld van Christus is in de kerk.” Ja, Hij is daar. “Het boek van Christus is bij de geestelijken, de liefde van Christus is in het hart van zijn aanbidder.” Ja, als we echt aanbidden, als het niet alleen mechanische gehoorzaamheid is, maar als we echt aanbidden, dan is die liefde er. Maar het Licht van Christus schijnt niet alleen in Jezus, “het schijnt door alle verlichte zielen”. En daarvan zijn er velen geweest, zijn er velen, en zullen er velen zijn.
De Vadan zegt: “Wat maakt het uit of Krishna Christus was, of Brahma Abraham? Eén ding is waar: dat er was, is en zal zijn een kenner van God, een liefhebber van zielen, een dienaar van de mensheid.”
Ik hoop dat we deze feestdagen gebruiken om met elkaar het licht te delen dat we in ons eigen hart vinden, en op zoek te gaan naar het licht in het hart van de mensen om ons heen. En denkend aan de traditie om cadeaus te geven – er is geen beter cadeau dan onze aandacht voor elkaar. Dat is wat alle cadeautjes, verpakt in papier met strik en al, echt zeggen: “Ik denk aan je. Ik respecteer je. Ik hou je in mijn hart.”
Ik hoop dat we dat allemaal kunnen doen met de mensen om ons heen en dat we dat lichtje kunnen laten branden, niet alleen tijdens de twaalf dagen rond Kerstmis, maar het hele komende jaar. Dat zou het beste cadeau zijn dat we de wereld kunnen geven.
Hazrat Inayat Khan zei: de echte zegening in zegeningen is, dat je je bewust bent van de zegeningen. Want er zijn zoveel zegeningen over ons uitgestort en als we ze negeren, als we ons er niet bewust van zijn, verliezen we een kans, maar als we ons er bewust van kunnen zijn, dan laten ze ons stralen en kunnen we ze delen met anderen.
Moge de zegen van God op je rusten;
Moge Gods vrede bij je zijn;
Moge Gods aanwezigheid je hart verlichten,
Nu en voor altijd.
Vertaling Kariem Maas