De reis van buiten naar binnen
In een recente post bood Hazrat Inayat Khan kort maar helder inzicht in de bron van inspiratie. Hij vertelt ons dat inspiratie ontstaat uit een wisselwerking tussen het Goddelijke en het individuele. Voor ons gemak zouden we dit de wisselwerking kunnen noemen tussen het innerlijke en uiterlijke, inzoverre we individualiteit begrijpen als onze betrokkenheid met de fysieke buitenwereld van onderscheid en verschil, en we eenheid of volmaaktheid beginnen te herkennen wanneer we ons afwenden van onze zintuigen en naar binnen gaan.
Hoewel het uiterlijke en innerlijke precies elkaars tegenovergestelde schijnen, zijn ze mystiek bezien twee uiteinden van een continue lijn. Het feit dat wij van het ene naar het andere eind kunnen gaan is een bewijs dat ze niet van elkaar gescheiden zijn. Bovendien is de Geest van Leiding actief in dit hele traject. We geven deze Geest verschillende namen, afhankelijk van waar we ons op een bepaald moment op dit traject bevinden. Wanneer het bewustzijn in beslag wordt genomen door fysieke zaken, dan komt leiding in de vorm van instinct; organismen zoeken bijvoorbeeld instinctmatig goede omstandigheden op voor hun levensbehoeftes, en proberen hun vijanden te vermijden. Wanneer het verstand zich begint te ontwikkelen komt leiding in de vorm van intuïtie; iemand kan iets ‘weten’ zonder dat daar logische redenen voor zijn. Op een keer zag Hazrat Inayat Khan honden geursporen najagen, en hij zei dat ze in feite hun intuïtie volgden.
Wanneer het hart, oftewel het centrum van het diepe voelen, zich begint te openen, krijgt de Geest van Leiding de kans om te voorzien in inspiratie. ‘Inspireren’ betekent ‘adem geven aan’. Dat brengt ons op het beeld van het Goddelijke dat adem inblaast in de tere, toeschietelijke kamer van ons hart en het laat sprankelen van leven. Zowel Roemi als Hafiz gebruikten de metafoor van het hart als een fluit, bespeeld door de adem van God. De taal van inspiratie is schoonheid, en daarom wordt één en dezelfde stem van binnen op verschillende manieren gehoord: door een musicus als de magie van ritme en toon, door een schilder als de betovering van lijn en kleur; een danser zal de schoonheid ervaren als beweging vol leven; een beeldhouwer zal het zien in glorieuze vormen en ruimtes. Het zijn de karakteristieke eigenschappen van het individu, of hun ‘talenten’, die helpen vorm te geven aan de stem van inspiratie.
Openbaring, zoals het woord al zegt, betekent dat de Waarheid direct geopenbaard wordt. Het is een onthulling die alleen mogelijk is bij het wegwerpen en vergeten van de illusie van afgescheidenheid.
Om deze weg te volgen onderwijst de soefi verschillende fases van werk: zuivering, concentratie, contemplatie en meditatie. Om hier gedetailleerd op in te gaan zou een veel langer stuk vereisen, maar ze komen tot op zekere hoogte overeen met de niveaus van leiding. Met andere woorden, om ons fysieke instinct naar behoren te laten werken, moeten we leren een zuiver leven te leiden; bij het ontwikkelen van ons bewustzijn van de wereld van het verstand is de kracht van concentratie noodzakelijk; voor het ervaren van het mysterie van het hart moeten we een beroep doen op het mijmeren in contemplatie; en om bij de drempel van openbaring te komen, moeten we totaal verdwijnen in onze meditatie-oefening.
Op deze manier, wordt het gehele continuüm van innerlijk en uiterlijk geactiveerd. Een soefi wenst niet onafgebroken in de hemel te leven; de schepping schenkt de mogelijkheid om het hele spectrum van bewustzijn te leren kennen, en aldus de vrijheid te hebben om op elk moment te kiezen wat passend is.
Vertaling Kariem Maas